terug
Met een aantal bewoners van Nieuw Delftweide heb ik deze weken gesproken over wat zij in de oorlog meegemaakt hebben. Lang niet alle mensen willen daarover praten. Voor sommigen zijn de herinneringen zo pijnlijk dat ze er helemaal niet over kunnen denken of praten. Nog meer dan woorden maken zulke stiltes en de tranen duidelijk hoe groot het leed en de angst zijn geweest.
Ook onderling praten de mensen niet heel veel over die tijd. Iedereen heeft immers zijn eigen oorlog meegemaakt. De een is weggevoerd naar Duitsland om te werken; iemand moest onderduiken; een ander heeft zware jaren gehad om het eigen gezin in leven te houden; sommigen waren actief in het verzet. Velen verloren bekenden, vrienden of familie.
Sommige ouderen schreven hun ervaringen op, of vertellen ze bijvoorbeeld aan kinderen, kleinkinderen, andere jongeren. Maar ze doen dat soms pas als zij erom vragen.
Ze vertellen verhalen over hoe moeilijk alles was in die tijd. Gewoon al om te leven. Als je geëvacueerd werd uit je huis, soms meerdere keren met je schrale bezittingen hals over kop moest verkassen. Verhalen over zorgen voor eten; de meest ondenkbare dingen eten en met allerlei gammele voertuigen naar "de Noord" om iets bij elkaar te scharrelen. Kinderen krijgen en verzorgen; zorgen voor zieken.
Verhalen over gevaar en dreiging. Als je er niet mocht zijn, vanwege je ras, je geaardheid of gewoon je arbeidzame leeftijd. Als je moest onderduiken, vluchten. Als je alles kwijt was en het ook niet meer terugkreeg na de oorlog.
Verhalen over hen die het niet overleefden, maar er in de herinnering nog zijn. Zeker op dagen als vandaag en morgen, maar bijvoorbeeld ook door de oorlog in Irak, worden veel herinneringen en emoties opgeroepen.
Verhalen over wat ze deden om de bezetter te bestrijden of om iets te bereiken voor onderduikers, hongerigen, gevangenen. Gewoon als burger, moeder of werkman.
Zoveel mensen, zoveel verhalen. Stuk voor stuk ontroerend en indrukwekkend. Ik ervaar het als een voorrecht om ze te horen en te lezen. En ik kan het iedereen aanraden: als je nog ouders, grootouders of bekenden hebt die erover kunnen vertellen, vraag hun ernaar.
Ik heb grote bewondering voor de moed waarmee mensen gevaarlijke dingen ondernamen. Sommigen vertelden ook dat het spannend en moeilijk kon zijn. Zeker als het fout ging of als het onbedoelde, maar verschrikkelijke gevolgen had. Zoals wat hier bij de Jan Gijzenbrug gebeurd is. En zulke voorbeelden zijn er, alleen al in Haarlem, helaas nog veel meer. Verzetsmensen namen soms grote risico‹s; acties liepen soms slecht af en soms maar net goed.
Toch, vertelden sommigen, "toch vonden we wat we deden toen niet allemaal zwaar en spannend. We dachten er soms niet over na; we deden het gewoon".
Mij zet dat juist erg aan het denken: "we deden het gewoon". Men gebruikt geen grote woorden om te vertellen wat men deed en waarom. Maar toch moeten ze bij hun keuzes door iets gedreven zijn.
Wat zouden deze mensen te zeggen hebben voor het normen- en waardendebat van vandaag? Welke belangrijke drijfveren en waarden zouden zij ons kunnen noemen? Rechtvaardigheid, moed en trouw? Dienstbaarheid, liefde? En wat zouden wij zeggen? Misschien: "dat zijn grote woorden". Of: "niet meer van deze tijd"? Of zouden we er toch iets mee kunnen?
4 mei kan ons veel leren. Mensen die gedreven werden om iets te doen voor hun land en hun volk hebben daardoor vrede en vrijheid bereikt. Leed van medemensen verminderd en verzacht. Wat hen gedreven heeft, kan ons nu misschien ook richting geven. Ook nu heeft onze samenleving - in ons land en daarbuiten - genoeg problemen. Die vragen om onze inzet, niet alleen in woorden, maar ook in daden. Onze inzet is nodig voor de vrede, de veiligheid, de band tussen mensen, de verdeling van de middelen. Want die komen of blijven er niet vanzelf.
Zij die wij gedenken, lieten het niet aan anderen over. Ook wij dragen allemaal zelf verantwoordelijkheid. Zou dat niet de mooiste manier zijn om te herdenken, dat wij als bij een estafette, het stokje overnemen en verder dragen?