Toespraak op 4 mei 2003 van oud-verzetsman

Jacques Dahlkamp

in de Kathedrale Basiliek St Bavo aan de Westergracht

 

terug

 

Kort na de middag van 14 mei 1940 hadden Duitse vliegtuigen Rotterdam gebombardeerd. Een paar dagen na het bombardement stond ik als geboren Rotterdammer met verbijstering aan de rand van de verwoeste binnenstad. Verbijstering over zoveel leed en onmenselijkheid.

In de Tweede Wereldoorlog kwamen in totaal 240.000 Nederlanders om.

Vandaag, 4 mei 2003, zijn we, na 58 jaar, weer op vele plaatsen in het land bijeen om te herdenken. De Nationale Herdenking is niet alleen stilstaan in dankbaarheid aan hen die het hoogste offer brachten, doch houdt ook bezinning in op heden en toekomst.

De herdenkingsbijeenkomsten zijn tevens een appèl op iedere individuele verantwoordelijkheid in deze maatschappij ten aanzien van onderdrukking, racisme en onverdraagzaamheid. Dat geldt voor degenen die hun herinneringen nog uit de oorlog meedragen; dat geldt ook voor allen die stammen uit de periode na de oorlog.

De generatie die de jaren 1940-1945 heeft beleefd en overleefd, tracht nog steeds de gedachte aan die verschrikkelijke jaren te verdringen, maar steeds weer doemen de herinneringen op; juist nu er weer verschrikkelijke toestanden in de wereld gebeuren, waar de meningen van velen over verschillen.

Wij willen wel vergeten, maar de gebeurtenissen die op zo‹n gruwelijke wijze hebben plaatsgevonden, het martelen in de gevangenschap, de hongersnood en dikwijls de hongersdood, de angst bij het vluchten en onderduiken, hebben bij velen geestelijk en lichamelijk letsel achtergelaten. Zij kunnen nooit vergeten.

Vandaag staan we weer stil bij zo‹n dramatische dag, 26 oktober 1944, hier aan de Westergracht.

In de ochtend van 26 oktober 1944 werden uit het Huis van Bewaring aan de Weteringschans te Amsterdam tien mannen gehaald - vaders, zonen in de leeftijd van 27 tot 49 jaar. Zij werden hier naast de kathedraal op de hoek van de Westergracht neergeschoten, als represaille voor de aanslag, de dag tevoren, op de beruchte en gevaarlijke Haarlemse politieman, Fake Krist.

Deze Duitse vazal had zoveel informatie over het Haarlemse verzet verzameld dat hij voor tientallen verzetsmensen met het uur gevaarlijker werd. Ook was hij een groot gevaar voor onderduikers en hun hulpverleners.

De belangrijksten die wij vandaag herdenken, zijn niet meer bij ons. Zij waren allen vrienden die klaarstonden waar het nodig was; mannen en vrouwen met uiteenlopende achtergronden: christenen, communisten, rijk of arm. Zij waren allen goede mensen met ook angst, verdriet en kwellingen.

Wij hebben al die jaren na de bevrijding beleden en erkend dat onze vrijheid te danken is aan de offers die zij hebben gebracht - hier op de Westergracht en op zoveel plaatsen in ons land.

Wij willen vandaag opnieuw erkennen dat wij verplichtingen hebben aan diegenen die onze vrijheid hebben bevochten. Wij willen getuigen van onze plicht tot eenheid en gezamenlijke waakzaamheid van vrijheid en verdraagzaamheid. Strijdbaarheid tegen discriminatie, van welke aard dan ook, tegen onverdraagzaamheid en terreur.

Toch is na 58 jaar de schaduw van de oorlog niet voorbij; voor de mensen uit het verzet heeft de vrede niet de wereld gebracht waarop zij hadden gehoopt en waarvoor zij zich hebben ingezet. Helaas, als we nu naar de wereld om ons heen kijken, kunnen we uit naam van al onze vrienden uit het verzet vragen WAAROM, WAARVOOR?

Hebben wij onze verkregen vrijheid laten omslaan in hebzucht en ontevredenheid?

Hebben wij verzuimd de les door te geven aan onze naoorlogse jeugd - de les, 1940-1945, nooit meer?

De naoorlogse samenleving besteedde al haar energie aan de wederopbouw; er was geen tijd voor bezinning of de verwerking van de ingrijpende oorlogsperiode.

De oprichting van de Verenigde Naties, de NAVO, de Europese Gemeenschap waren pogingen een nieuwe wereldbrand te voorkomen.

De problemen werden onderdrukt.

Het einde van de Tweede Wereldoorlog betekent niet dat het vrede op aarde is. Er zijn individuen, groepen mensen die het moeilijk hebben, wier kansen ongelijk zijn; blank en zwart, onderdrukte volken; mensen die op hun wijze hun geloof willen beleven, maar elkaar op grond van dat geloof en vaak van hun sociale achtergrond bevechten.

Hoe gaan we daarmee om?

Durven we in alle openheid en bij onszelf verdiepend na te denken over de grote en zo moeilijk vatbare wereldproblemen?

Verstaan we en begrijpen we voldoende de tekenen des tijds?

In deze wereld, de wereld van nu, zijn vrijheid, rechtvaardigheid en vrijheid luxe geworden. Koester de verkregen vrijheid, want wat vrijheid betekent, weet je pas als je het kwijt bent.

 

terug