logo boiw

 

vier

OORLOGSMONUMENTEN
IN HAARLEM



Haarlem, voorjaar 2005

Ter gelegenheid van 60 jaar herdenking
uitgegeven door de

Bond van
Oud-Illegale Werkers
BOIW

als geschenk aan

Haarlems Comité
Nationale Herdenking


Kort na de bevrijding werd de BOIW opgericht.
Op verzoek van het Haarlemse gemeentebestuur
organiseerde de BOIW daarna overeenkomstig zijn
doelstellingen de jaarlijkse 4 mei-herdenkingen.



HOUDT DE TOORTS VAN
HET VERZET BRANDEND


Elk jaar herdenkt Nederland op 4 mei de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. In Haarlem gebeurt dat o.a. bij vier oorlogsmonumenten: Dreef, Westergracht, Jan Gijzenbrug en Reinaldapark. Drie hiervan markeren een plaats waar de bezetters destijds demonstratief een aantal Nederlanders hebben doodgeschoten. Dat gebeurde als vergelding voor aanslagen en om verder verzet te ontmoedigen. Omstanders - jong en oud - moesten gedwongen toezien. De slachtoffers werden willekeurig gekozen uit mensen die in de regio gevangen zaten vanwege hun verzetswerk. Ook in andere steden vonden zulke executies plaats.

De jaarlijkse 4 mei-herdenking is meer dan het treuren om alle dierbaren die omkwamen in de Tweede Wereldoorlog en het huiverend terugdenken aan het onrecht en de ellende van toen. Belangrijker nog is het om uit die ervaringen lessen te trekken voor het heden. Voor de Bond van Oud Illegale Werkers was dat een voorname drijfveer bij het jarenlang organiseren van de Haarlemse dodenherdenkingen. Herdenken in vrijheid is niet alleen een groot goed, maar ook een plicht van allen die in vrijheid leven.

Haarlem heeft meer monumenten en gedenktekens, maar deze folder gaat alleen over de vier die een rol spelen bij de 4 mei-herdenkingen. Over elk van deze vindt u hierna enige informatie.


foto dreef

DREEF


Begin maart 1945 pleegde het ondergrondse verzet een zware aanslag. Als represaille werden door de bezetters op 7 maart 1945 uit het huis van bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam vijftien gevangenen per vrachtauto naar Haarlem vervoerd en laat in de middag aan de Dreef doodgeschoten.

Verslag van een toen veertienjarige ooggetuige:

"Op die 7e maart kwamen mijn zusje en ik hier op de Dreef aanlopen. Wij waren lopend op weg naar Zaandam om bij een oom te logeren. Hier, eigenlijk vlak bij het beeld werden we tegengehouden door een Duitse soldaat. Toen we om wilden keren om via een andere weg de Dreef te omzeilen mocht dat ook niet. We moesten tegen de huizen aan de overkant gaan staan, recht tegenover de plaats waar nu dat beeld staat. Er stonden zeker wel een man of honderd. Jong, oud, mannen en vrouwen.

Op een gegeven moment kwamen er twee of drie Duitse vrachtwagens uit de richting van Dreefzicht gereden. Die wagens stopten vlakbij en onder dwang van Duitse soldaten, met geweren, moesten de inzittenden uit de laadbak stappen. Ik denk dat het er een stuk of vijftien waren. En toen kwamen er twee militairen met mitrailleurs aan, die stelden zich aan de zijkanten op van de rij met mannen. Achter hen stond een officier met getrokken pistool. Het vuurpeloton bestond uit twaalf of dertien man en die kregen opdracht. Laden geweer, richten, vuur en de mensen die werden doodgeschoten vielen naar beneden. Een jongen die helemaal aan de rechtse kant stond hadden ze raak geschoten maar niet dodelijk en die riep terwijl hij viel 'Leve de koningin'. De Duitse officier ging naar de jongen toe en schoot hem van dichtbij door zijn hoofd.

Toen het allemaal was afgelopen kwam er een open vrachtauto aanrijden. De Duitsers pakten die lijken op, die werden in de vrachtwagen gegooid en met zeil afgedekt en weggebracht. In totaal duurde het niet eens zo lang."

Het verzetsmonument "Man voor het vuurpeloton" is ontworpen door Mari Andriessen (1897-1979) en onthuld op 3 juli 1949.
Het monument is geadopteerd door de Dreefschool.

De vijftien slachtoffers waren door de bezetter gearresteerd omdat ze verdacht werden van verzets-activiteiten. Ze werden zonder enige vorm van proces doodgeschoten.

Hun namen:

Hugo Ruijs (20 jaar)
Wilhelmus Jiskoot (20 jaar)
Albert Scheepstra (19 jaar)
Jacob Miedema (53 jaar)
Martinus Molenkamp (46 jaar)
Johannes Oelschläger (31 jaar)
Jacobus Oelschläger (31 jaar)
Johannes Volkers (38 jaar)
Johannes Rozekrans (43 jaar)
Willem de Jager (33 jaar)
Pieter van der Haas (22 jaar)
Johannes van der Haas (32 jaar)
Peter van Sloten (30 jaar)
Cornelis Hartog (25 jaar)
Jules Alkema (19 jaar)
Hier werden zij op woensdag 7 maart 1945 gefusilleerd


foto westergracht

WESTERGRACHT


In oktober 1944 besloot het Haarlems verzet om Fake Krist te liquideren. Deze Haarlemse politieman was levensgevaarlijk. Men wist dat hij lijsten op zak had met Haarlemmers die opgepakt moesten worden. De meesten zouden het er dan niet levend afbrengen.

Krist was in de kost bij NSB-ers aan de Westergracht. Dagelijks vertrok hij van daar op een vaste tijd per fiets naar zijn bureau. Besloten werd Krist neer te schieten vanuit de Bavoschool, tegenover de kathedraal. Een klus voor Zwarte Kees, een van de beste schutters in de verzets-knokploeg. Samen met twee anderen verschanste hij zich op 25 oktober heel vroeg in de school, in de gymzaal op de 1e etage, achter een raam op de hoek van de Leidsezijstraat. Het schoolhoofd had hen de sleutels bezorgd.

Toen Krist op de fiets kwam aangereden richtte Zwarte Kees zijn karabijn en schoot. Het eerste schot schampte af op de koppel van Krist, maar de volgende twee troffen hem dodelijk.

De Duitsers namen onmiddellijk wraak. Naast de school werden vier woningen ontruimd en in brand gestoken. De bewoners kregen nauwelijks tijd om hun huis te verlaten. Bovendien haalden de Duitsers 10 arrestanten op uit de gevangenis aan de Amsterdamse Weteringschans. Deze verzetsmensen werden als vergelding op 26 oktober 1944 in het openbaar aan de Westergracht gefusilleerd.

Als gedenkteken staat daar sinds 1949 in het plantsoen naast de kerk "Treurende vrouw", een beeld van Ludwig Oswald Wenckebach (1895-1962). Het herinnert ons aan de tien slachtoffers:

W. de Boer (26 jaar)
W. Böhler (49 jaar)
C. Erends (32 jaar)
G. Fambach (32 jaar)
R. Loggers (29 jaar)
F. Maaswinkel (33 jaar)
K. Tempelman (31 jaar)
Mr. C. Vlot (37 jaar)
J. de Vries (27 jaar)
J. Wüthrich (40 jaar)

Dit monument is geadopteerd door de Bavoschool.


foto jan gijzenbrug

JAN GIJZENBRUG


Op 10 februari 1945 stuitten vluchtende overvallers van de ondergrondse 's avonds in Haarlem-Noord bij de Jan Gijzenbrug op een Duitse controlepost. Er volgde een vuurgevecht waarbij een Feldgendarme gedood werd en een andere gewond raakte. Ook een burger werd getroffen.

De daders wisten per auto te ontkomen. Ze werden een week later gearresteerd en niet lang daarna doodgeschoten als vergelding na een nieuwe aanslag. Intussen hadden de bezetters als represaille voor de dood van de Feldgendarme al meteen na de schietpartij bij de Jan Gijzenbrug 8 verzetsmensen gefusilleerd.

Verslag van een toen tienjarige ooggetuige:

"Henk en zijn vriend Wouter waren naar Santpoort geweest. In Haarlem-Noord bij de Jan Gijzenbrug werden ze door Duitsers ingesloten. Met een aantal andere mensen werden ze voortgedreven naar de smalle opening in de betonnen versperring op de brug. De landwachters daar waren verdwenen. Overal groene uniformen. Er werd geduwd, gescholden, toen stonden ze aan de zuidkant van de brug, nog half tussen de versperring.

Angstige gezichten. Vragend gefluister. Schouderophalend. De mensen stonden in een wijde boog. In de richting van het voetbalterrein stond niemand. De Duitsers waren zenuwachtig. Onderofficieren liepen snauwend heen en weer, soldaten hielden voortdurend hun machinepistolen op de mensen gericht. "Ze willen ons vermoorden!" schreeuwde opeens een vrouwenstem uit de menigte. Er ontstond beweging in de rijen. Verwarde uitroepen. Een Feldwebel brulde: "Stilte! Stilte!".

Op hetzelfde moment naderden over de Rijksstraatweg met grote snelheid drie overvalauto's. Het rumoer verstomde. Uit de eerste wagen sprongen SS-ers. Een paar gingen vlak voor de toeschouwers staan, anderen stelden zich op in een lange rij, het geweer aan de voet. Toen ging de klep van de achterste wagen open. Een man viel half de auto uit, en nog een, en nog een. Henk kon niet zien hoeveel het er waren. Er was een oude man bij. De meesten waren haveloos gekleed. Nu wist iedereen wat er gebeuren zou. De mannen werden naast elkaar gezet.

Gesnauwde bevelen. De mensen werden weer onrustig. "De schoften," klonk het vlak naast Henk, "dat is om die twee moffen te wreken die eergisteren zijn neergeschoten". Een officier stapte naar voren, een pistool in de hand. Hij riep iets onverstaanbaars. De soldaten van het vuurpeloton verstijfden en tilden als marionetten hun geweren op. Mensen keerden zich af, maar ogenblikkelijk liepen soldaten toe om hen tot kijken te dwingen. Er werd gestompt, geslagen. Henk zag dat de oude man helemaal rechts langzaam zijn hoofd hief.

Opnieuw commando's. Henk sloot zijn ogen. Stilte.
Uit de verte klonk het gebrom van vliegtuigen.
Een kort bevel. Schoten. Oorverdovend.

Toen hij zijn ogen opendeed, stond Wouter voor hem. De soldaten begonnen de mensen op te drijven, langs de gefusilleerden heen. Iedereen moest nogmaals kijken. Niemand protesteerde. Niemand schreeuwde zijn woede uit. Niemand sloeg de officier in zijn gezicht die wijdbeens naast de gevallenen stond.

Henk wilde niet kijken, maar hij moest. Niet omdat een Duitser naast hem stond, maar omdat hij de man wilde zien die zijn hoofd had opgeheven voordat hij werd neergeschoten. Hij herkende hem niet. Hij zag gevallen lichamen in verwrongen houdingen, bloed. Hij bleef staan en telde de doden. Het waren er acht."

Op die plek staat nu het verzetsmonument, ontworpen door Theodoor van Reijn (1884-1954). Een treurend ouderpaar. Op de sokkel de woorden van Paulus (1 Cor.13:13) "En nu blijft geloof, hoop en liefde, deze drie, doch de meeste van deze is de liefde".

De acht verzetsmensen zaten gevangen in het huis van bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam. Ze werden 12 februari 1945 in Haarlem gefusilleerd.

Hun namen:

Walraven van Hall (39 jaar)
Ds. Hendrik R. de Jong (33 jaar)
Frederik Nieuwenhuijsen (39 jaar)
Egbert Snijder (32 jaar)
Klaas de Boer (32 jaar)
Johannes W. Oudenaller (68 jaar)
Bernardus G.J. Genemans (25 jaar)
Bastiaan van Beveren (21 jaar)
Het monument werd onthuld in 1950. Het werd toen geadopteerd door de Delftwijkschool. Die is later samengevoegd met een andere school en heeft inmiddels het adoptieproject beëindigd.


foto reinaldapark

REINALDAPARK

In de meidagen van 1940 sneuvelden 48 militairen uit Haarlem bij de verdediging van ons land tegen de Duitse overweldigers, aan de Grebbelinie en elders. In de daarop volgende oorlogsjaren gaven nog eens 88 Haarlemmers hun leven, in krijgsdienst of bij de koopvaardij.

Het gedenkteken in het Reinaldapark, op een eilandje in de Fuikvaart, is opgedragen aan onze stadgenoten - militairen en koopvaarders - die in 1940-1945 hun leven gaven voor onze vrijheid.

Bewust namen zij groot risico bij de uitoefening van hun beroep. Voor militairen is dat duidelijk, denk aan de slag in de Javazee, maar het geldt ook voor de koopvaardij. Die speelde in oorlogstijd een cruciale rol bij transport en bevoorrading. In opdracht van de Nederlandse regering in Londen namen zo'n 640 zeeschepen en ruim 200 kustvaarders deel aan de grote militaire worsteling met Duitsland, Italië en Japan. Er gingen 387 schepen verloren: bijna de helft.

Het oorlogsmonument in het Reinaldapark is gezocht in de natuur, niet gecreëerd door een beeldend kunstenaar. Het is geplaatst op initiatief en op kosten van de burgerij. Het werd onthuld op 26 maart 1989. Wat later kwamen er de namen op van 112 Haarlemmers die omkwamen in de vijf oorlogsjaren. Dit overzicht bleek niet compleet. Op 4 mei 1995 werd bij de vijftigste dodenherdenking een lijst met 24 gesneuvelden toegevoegd.

Dankbaarheid en respect zijn de herinneringen van het hart. Hun namen:

H.G.A. Akkers ca. 35 jaar
B.M.M. Alders ca. 26 jaar
H. Alink ca. 57 jaar
J.M. van Baekel 28 jaar
H.H. Banning 27 jaar
C.A. Bastiaenen 25 jaar
H.N.T. vd Berg ca. 42 jaar
A. vd Bergh ca. 38 jaar
R. Beukenkamp ca. 40 jaar
L.W. Blaak ca. 39 jaar
C.A. Blom ca. 30 jaar
W. Blom ca. 37 jaar
G.C. Boer ca. 32 jaar
W.J. Boerkool 22 jaar
F.C. Briët 26 jaar
C.J. vd Broek ca. 35 jaar
P. van Campen ca. 44 jaar
S. Cauveren 41 jaar
N. Coblens ca. 25 jaar
A.C. Cosman 30 jaar
A.C.J. Crombeen ca. 33 jaar
P.J.E. van Dam 23 jaar
V.M. Deen 27 jaar
M.N. Dekker 32 jaar
H.J. Dieters ca. 42 jaar
F.H.J. van Dijk ca. 40 jaar
J.G. Dijkers 23 jaar
J.N. Dijkstra 34 jaar
H.W. Dumont ca. 44 jaar
J. van Dusschoten ca. 27 jaar
H.J.H. van Elk ca. 44 jaar
A.W.M. Flaat ca. 42 jaar
W.G. Flipsen ca. 30 jaar
J.H. Gaartman 26 jaar
H. Germans 35 jaar
M.K. de Graaf 41 jaar
W.J.A. Graaf 19 jaar
G.E.J. Groenendaal ca. 35 jaar
G.J. Groeneveld ca. 42 jaar
J. de Groot ca. 51 jaar
P. Groustra ca. 27 jaar
B.H. Gunnink ca. 36 jaar
C.A. vd Ham ca. 25 jaar
M. vd Have 32 jaar
C.Th. Heemskerk ca. 30 jaar
A. de Heer ca. 42 jaar
J. van 't Hert 27 jaar
L.H. Heuperman ca. 29 jaar
P. Hijmans 22 jaar
W.H.A. Hilarius ca. 29 jaar
W. Hoefman ca. 47 jaar
J. van Honschooten 22 jaar
L. Hoogewerf ca. 26 jaar
J.P. Hop 25 jaar
J.J. Houkes 30 jaar
F.H. Houtkamp ca. 61 jaar
W.Th. Hubbers ca. 34 jaar
C.J. Jansen 28 jaar
N.F. Jansen 36 jaar
H.J. Janssen vd Voort 22 jaar
F.J. Keizer 46 jaar
J.A.L. Kesseler ca. 38 jaar
C.J. Koek 37 jaar
F.W. Kornman ca. 23 jaar
W.M. Kors 43 jaar
G.F. vd Kort ca. 21 jaar
T.J. Korthout 21 jaar
C. Koster 42 jaar
G. Koster 35 jaar
D.E.L. Kruijt ca. 50 jaar
J.A.C. Kruijt ca. 50 jaar
D.B.H Kühl 28 jaar
W.P. Landzaat 54 jaar
H.L.C. Lansdorp 21 jaar
H.J. de Leeuw ca. 32 jaar
L.J.C. van Leeuwen 22 jaar
J.H. Lindeman ca. 50 jaar
D.J. vd Linden 23 jaar
J.W. vd Manakker 21 jaar
J.E. Meijer ca. 32 jaar
P. Möhringer ca. 44 jaar
J.C. Muller ca. 28 jaar
P.G. Muller ca. 36 jaar
T. Neeskens ca. 23 jaar
C.G. Niemann ca. 53 jaar
E. Nienkemper ca. 53 jaar
E. Nienkemper ca. 26 jaar
L.M. Nierse 22 jaar
B. Nijssen 20 jaar
J. de Nooy ca. 43 jaar
T. Nunnink ca. 32 jaar
J. Over 30 jaar
R.Th. Overakker 54 jaar
P.L. Polak ca. 37 jaar
W.J. Ritte ca. 31 jaar
J. Roelse ca. 39 jaar
L. Roelse ca. 36 jaar
D.A. Roggeveen ca. 37 jaar
H. de Rood 23 jaar
C.H.W. van Rossum du Chattel ca. 34 jaar
J. Ruygh ca. 41 jaar
H. de Savornin Loman ca. 40 jaar
J. Schaap ca. 28 jaar
J.C. Schammeldt 19 jaar
A.M.F. Schiering ca. 35 jaar
W. vd Sleen ca. 23 jaar
A.L. Smit ca. 47 jaar
P.H.T.M. Smits ca. 26 jaar
T.M. Snijders ca. 35 jaar
S. Spoor 21 jaar
C. vd Stad ca. 27 jaar
H.C. Stuut 21 jaar
F.A. Tijssen 22 jaar
P. Usi ca. 42 jaar
P. vd Velden 20 jaar
G.H.J. vd Veldt ca. 38 jaar
H.M. Vennik ca. 39 jaar
M. Vergunst 19 jaar
J.H.M. Verhagen 33 jaar
A.M. Verschoor ca. 42 jaar
J.K. Veurman 31 jaar
C.D. Vleesenbeek 34 jaar
P.F. van Voorthuijsen ca. 47 jaar
J. de Vries ca. 52 jaar
M. de Vries 54 jaar
T.J. de Vries ca. 39 jaar
P.G. Vroom ca. 37 jaar
E. van Vulpen ca. 31 jaar
J.E. Waalewijn ca. 26 jaar
J. Weber 19 jaar
H. vd Weg ca. 52 jaar
M.W. Willemse 24 jaar
J.J.W. Winkler ca. 42 jaar
W.M.J. Wories 28 jaar
P. van Zeist ca. 44 jaar
T.A.F. Zijlmans ca. 47 jaar

U vindt op deze internetsite ook een naamlijst met de ruim zevenhonderd Haarlemse burgers die louter om hun joodse afkomst werden weggevoerd en vermoord. Dat is ongeveer de helft van de joodse inwoners die Haarlem in 1940 telde.

Naar verhouding werden uit Haarlem minder joden gedeporteerd dan uit andere steden. Toch is hun aantal een veelvoud van de overige Haarlemmers die omkwamen.

Ook voor hen geldt het citaat uit de Talmoed, op de steen in het Reinaldapark: "Zien is gedenken en gedenken is het stellen van een daad".

Het oorlogsmonument in het Reinaldapark is geadopteerd door basisschool De Viersprong.


logo boiw

B O I W

 

bond van
oud-illegale werkers

In de bezettingsjaren (1940-1945) was in Nederland het verzet tegen het Nazi-regime zeker in aanvang niet algemeen. Van een strak geleide, centraal gestuurde organisatie was geen sprake. In diverse bevolkingslagen groeiden heel verschillende verzetsgroepen. Ze werkten onafhankelijk van elkaar.

Pas in september 1944, toen ook de bevrijding van Nederland benoorden de grote rivieren nabij leek, werd dat veelkleurig verzet gebundeld in de Binnenlandse Strijdkrachten (BS) onder commando van Prins Bernhard.

Kort na de bevrijding kwamen oud-verzetsmensen bijeen in de Haarlemse Kegelbond aan de Tempeliersstraat. Daar werd toen een vereniging opgericht van oud-verzetslieden in Kennemerland: de Bond van Oud-Illegale Werkers.

De doelstellingen zijn:
• het levend houden en uitdragen - in het bijzonder door voorlichting aan jongeren - van de vrijheidsidealen die het verzet bezielden,
• het op waardige wijze herdenken van de gevallen verzetsstrijders en
• het behartigen van de belangen van hun nagelaten betrekkingen.

De schuilkerk aan de Bakenessergracht/Kokstraat werd in de oorlog gebruikt als illegale commandopost met geheime zender. Daar kreeg de BOIW nu zijn sociëteit. Menig prominent kwam op bezoek: Prins Bernhard, Prins Claus, Simon Wiesenthal en vele anderen.

De BOIW in Haarlem is lidvereniging van de Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland.

Na zestig jaar is het oud-verzet flink uitgedund. Jongeren houden nu "de toorts van het verzet brandend" in organisaties als het Haarlems Comité Nationale Herdenking en het Samenwerkingsverband Haarlem.

Hieronder valt ook het project "Adopteer een monument". Daarbij neemt een basisschool een oorlogsmonument onder zijn hoede. De bedoeling is dat leerlingen via dit project inzicht krijgen in het hoe en waarom van het toenmalige verzet, met extra aandacht voor hedendaagse ontwikkelingen die onze vrijheid en ons democratisch systeem bedreigen.