Onder grote belangstelling werd op het crematorium Driehuis-Westerveld
vrijdag 29 juni 2007 afscheid genomen van Rien Breeman. Als voorzitter was hij samen met zijn in 2006 gestorven tweede echtgenote Belinde Thöne de stuwende kracht achter de Bond van Oud Illegale Werkers In Haarlem, de B.O.I.W. Dankzij hun inspanning is deze hechte afdeling van de Nederlandse Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland niet ten onder gegaan aan het natuurlijk verloop van deze organisatie. Door jongere mensen te zoeken voor de bestuursfuncties realiseerden zij hun doelstelling: ‘Voortbestaan van de B.O.I.W. tot de laatste verzetsman of -vrouw is gestorven.’
In de meidagen van 1940 vocht Rien als dienstplichtig militair bij het corps mariniers in Rotterdam tegen de Duitse overweldiger. Na de capitulatie ging hij werken bij de politie in Rotterdam, later Gouda. Al vrij snel kwam hij in aanraking met ‘de Ondergrondse’. Onder dekking van zijn politie-uniform verzorgde hij het vervoer van illegale wapendroppingen uit de Krimpenerwaard.
Na de oorlog werkte Rien lange tijd voor de Binnenlandse Veiligheidsdienst.Persoonlijk vervolgde hij de SS-er Jan Balvert, de schrik van Gouda en
moordenaar van burgemeester Vonk uit Bodegraven. Hij had het genoegen deze laaghartige moordenaar na de oorlog te kunnen arresteren.
Vorig jaar hebben we afscheid moeten nemen van Belinde. Nu zijn we hier voor Rien. Jarenlang kenden we het koppel Belinde-Rien, voorzitter en vice-voorzitter van de B.O.I.W. te Haarlem. Dat deze vereniging zo actief was, volgde grotendeels uit hun inzet en enthousiasme, waardoor zij een kring van actieve medewerksters wisten te vormen, het zogenaamde O & O team.
Behalve dat Belinde en Rien ongeveer 20 jaar de B.O.I.W. bestuurden, waren zij ook actief in de NFR. Zij vertegenwoordigden de B.O.I.W. in de
Federatieraad. Zij kwamen niet alleen op voor de belangen van hun
vereniging, maar ook voor die van het voormalig verzet in het algemeen. Zij deden actief mee en hadden vaak goede ideeën.
Naast hun vele taken gaven zij ook jeugdvoorlichting op scholen - ook in
Duitsland - als waarschuwing voor de toekomst, indachtig de woorden
van de joodse filosoof Elie Wiesel: ‘De na-oorlogse
generatie moet leren van ons verleden, aangezien anders ons verleden hun
toekomst wordt!’
Rien Breeman was o.a. Ridder in de Orde van Oranje-Nassau
en drager van het Verzetsherdenkingskruis. Hij werd 88 jaar.
Tekst: Bas Groeneweg |
Het zal zo’n 33 à 34 jaar geleden zijn dat Rien met mijn vader Jan op het eind van de middag bij 't Zwaantje voor het eerst een glas ging drinken. Er werd al heel snel over het verzet gesproken. Rien over Rotterdam en Amsterdam, Pa over Haarlem, de Kaag en later het geheime zendstation bij ons thuis, in de schuilkerk aan de Bakenessergracht 33. (Na de bezetting zou de ruimte van het zendstation door de B.O.I.W. als sociëteit in gebruik worden genomen). Na nog wat ontmoetingen werd Rien uitgenodigd om eens een kijkje te komen nemen in de Kokstraat. ‘Het is een heel gezellige club met allerlei leuke mensen’, zei Pa en Rien werd B.O.I.W.-lid.
Na een aantal jaren nam hij zijn VVD-vriendin mee, en een tijdje later zat dit tweetal op de bok van de B.O.I.W.-kar, met Belinde als voorzitter en Rien als vice-voorzitter. Wat een geluk voor deze club! Het begon weer te bruisen en hoe! Het ene initiatief na het andere. Het Samenwerkingsverband Haarlem kwam van de grond, met zo’n 8 à 9 bestaande en nieuwe organisaties. Bijvoorbeeld ‘Adopteer een Monument’, waar de hoogste klassen van het basisonderwijs werden herinnerd aan het bezettingsgebeuren en er tijdens de herdenking ‘s avonds een aantal kinderen bloemen legden bij onze monumenten. Ook de herdenkingen werden sterk verbeterd. Allemaal werk van Rien.
Het B.O.I.W. bestuur kreeg een duidelijke vorm, er werd maandelijks door het bestuur vergaderd, aanvankelijk bij Belinde aan de Kleine Houtweg en later vanwege de wat grotere ruimte altijd bij mij aan de zaak.
Wij zijn lidvereniging van de Nationale Federatieve Raad van het Voormalig Verzet Nederland, waar Prins Bernhard beschermheer van was. Belinde kreeg een zetel in het hoofdbestuur, mede door zijn toedoen en met hem als souffleur op de achtergrond.
Zo kon ik ook altijd bij Rien terecht om nog even langs de teksten van onze Nieuwsbrief te lopen. Wat een inzet van dit tweetal voor deze club.
Ja, wat moet ik nog meer zeggen? Rien en je vrouw Belinde, jullie waren voor onze club in één woord KANJERS!
Nog even dit, het echtpaar reisde nogal eens naar familie hier of daar, ergens in Duitsland of Zwitserland of whatever. Ook daar werd dan het nuttige met het aangename verenigd door en passant een middelbare school te bezoeken en vooruit, nog een tweede school in dezelfde stad, alwaar dan jeugdvoorlichting WO-II werd gedoceerd. Alles werd overigens wel van te voren tot in de puntjes voorbereid. En dan bij een volgende bestuursvergadering de enthousiaste verhalen hierover, je had er bij moeten zijn.
Zo merkten wij dat zij - zeker in de laatste jaren van hun samenzijn - elkaar een geweldige levensavond bezorgden, die klonk als een klok. Ik weet niet hoe ik het anders moet zeggen.
Ik ben uitgepraat - Rien ik hou er mee op, maar ik heb nog een verzoek. Mocht je haar toch nog op de een of andere manier tegen het lijf lopen, doe haar dan van ons de hartelijke groeten.