Mari Andriessen:
Man voor het vuurpeloton
Begin maart 1945 pleegde het ondergrondse verzet een zware aanslag. Als represaille werden door de bezetters op 7 maart 1945 uit het huis van bewaring aan de Weteringschans in Amsterdam vijftien gevangenen per vrachtauto naar Haarlem vervoerd en laat in de middag aan de Dreef doodgeschoten.
Verslag van een toen veertienjarige ooggetuige:
"Op die 7e maart kwamen mijn zusje en ik hier op de Dreef aanlopen. Wij waren lopend op weg naar Zaandam om bij een oom te logeren. Hier, eigenlijk vlak bij het beeld werden we tegengehouden door een Duitse soldaat. Toen we om wilden keren om via een andere weg de Dreef te omzeilen mocht dat ook niet. We moesten tegen de huizen aan de overkant gaan staan, recht tegenover de plaats waar nu dat beeld staat. Er stonden zeker wel een man of honderd. Jong, oud, mannen en vrouwen.
Op een gegeven moment kwamen er twee of drie Duitse vrachtwagens uit de richting van Dreefzicht gereden. Die wagens stopten vlakbij en onder dwang van Duitse soldaten, met geweren, moesten de inzittenden uit de laadbak stappen. Ik denk dat het er een stuk of vijftien waren. En toen kwamen er twee militairen met mitrailleurs aan, die stelden zich aan de zijkanten op van de rij met mannen. Achter hen stond een officier met getrokken pistool. Het vuurpeloton bestond uit twaalf of dertien man en die kregen opdracht. Laden geweer, richten, vuur en de mensen die werden doodgeschoten vielen naar beneden. Een jongen die helemaal aan de rechtse kant stond hadden ze raak geschoten maar niet dodelijk en die riep terwijl hij viel 'Leve de koningin'. De Duitse officier ging naar de jongen toe en schoot hem van dichtbij door zijn hoofd.
Toen het allemaal was afgelopen kwam er een open vrachtauto aanrijden. De Duitsers pakten die lijken op, die werden in de vrachtwagen gegooid en met zeil afgedekt en weggebracht. In totaal duurde het niet eens zo lang."
Het verzetsmonument "Man voor het vuurpeloton" is ontworpen door Mari Andriessen (1897-1979) en onthuld op 3 juli 1949.
Het monument is geadopteerd door de Dreefschool.
De vijftien slachtoffers waren door de bezetter gearresteerd omdat ze verdacht werden van verzets-activiteiten. Ze werden zonder enige vorm van proces doodgeschoten.
Hun namen:
Hugo Ruijs | (20 jaar) |
Wilhelmus Jiskoot | (20 jaar) |
Albert Scheepstra | (19 jaar) |
Jacob Miedema | (53 jaar) |
Martinus Molenkamp | (46 jaar) |
Johannes Oelschläger | (31 jaar) |
Jacobus Oelschläger | (31 jaar) |
Johannes Volkers | (38 jaar) |
Johannes Rozekrans | (43 jaar) |
Willem de Jager | (33 jaar) |
Pieter van der Haas | (22 jaar) |
Johannes van der Haas | (32 jaar) |
Peter van Sloten | (30 jaar) |
Cornelis Hartog | (25 jaar) |
Jules Alkema | (19 jaar) |