Eitan Margalitherdenkingsrede10 mei 2005 |
Expogé, de Nederlandse vereniging van Ex-Politike Gevangenen, hield in 2005 voor de zestigste maal in Bloemendaal haar jaarlijkse 10-mei herdenking. Op de Eerebegraafplaats in de duinen bij Overveen werden de gevallen kameraden uit de Tweede Wereldoorlog herdacht.
Eitan Margalit, ambassadeur van Israël, hield daarbij de volgende rede.
Beste vrienden, sjalom.
Dit is een herdenkingsoord. Wij herdenken hier in deze duinen in Bloemendaal. Wij herdenken in instituten als Yad Vasjem in Jeruzalem en wij herdenken op scholen en in educatieve instellingen zoals het Centrum voor Holocaust- en Genocidenstudies in Amsterdam.
De herinnering is altijd met ons. Herinnering, ook de negatieve, kan van grote invloed zijn op ons leven. Zoals Elie Wiesel schreef, "wij zijn niet alleen verantwoordelijk voor de nagedachtenis aan de doden, maar wij zijn er ook verantwoordelijk voor hoe we met die nagedachtenis omgaan". Dit betekent dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. De herinneringen kunnen ons leren om elke dag te leven en ons leven te midden van onze kinderen en kleinkinderen te waarderen. Er zijn mensen zoals Nelson Mandela die de vertolker werd van vergevingsgezindheid en vrijheid nooit als iets vanzelfsprekends zag. Sommige overlevenden hebben zich helaas nooit helemaal los kunnen maken van de oorlogsherinnering die hen hun hele leven achtervolgd heeft. Zij zijn nooit bevrijd van hun nachtmerries. Hen restte slechts woede en verbittering.
Zeker is dat iedereen verschillend omgaat met deze dingen, allemaal worstelen we op onze eigen manier met de herinnering, of we nu religieus zijn of niet, socialist of liberaal, Israëli of Nederlander. Getuigenissen van overlevenden laten grote verschillen zien. En toch is het zeer inspirerend om te zien dat geen van deze verschillen invloed heeft op onze verantwoordelijkheid om te gedenken. Als de herinnering de levenden verenigt met de doden, dan verbindt dat de levenden met elkaar.
U die hier vandaag aanwezig bent bleef gespaard in tijden van gevaar en dood. U hebt moedige keuzes gemaakt waar wij u voor bedanken. U was onze redder. U stond op tegen het kwaad. U zei nee. U kunt getuigen juist vanuit uw herinnering. U herinnert zich de mensen die uit hun huizen werden gehaald, die gearresteerd werden, gemarteld, gevangengenomen en daarna gedeporteerd naar gevangenissen en nog meer martelingen. U kunt en wilt niet vergeten. Niet de levenden, niet de doden, de stemmen en de stiltes. U herinnert zich uw vrienden: het kleine aantal dat het heeft overleefd. U herinnert zich hen die niet terugkeerden - u herinnert zich hun vrijheidsstrijd tegen de onderdrukker. Zoals elk jaar gedenken wij deze mannen en die ene vrouw wier executie in deze duinen wij niet uit onze gedachten kunnen wissen en wier executie ons eindeloos verdrietig maakt.
Vrienden, in de joodse traditie is de nagedachtenis niet alleen een echo van het verleden dat ons passief beroert. Het is eerder iets dat uit onszelf komt richting het verleden. Ons gebed voor de doden, de kaddisj, gaat niet alleen over de dood maar ook over het leven. In elke generatie houdt de levende het verleden levend. Het is juist omdat, en alleen omdat, wij herdenken, dat wat gebeurd is nog altijd bij ons is. Hoe moeilijk het ook zal blijven om de bijzondere omvang van de sjoah te bevatten, de noodzaak om te gedenken is sterker dan de bijna onmogelijkheid om er over te spreken. Vandaag zijn wij de bewakers van het niet-mogen-vergeten. Dit is de verantwoordelijkheid van elke generatie. Gisteren waren wij de bewakers van onze geschiedenis, vandaag is het de plicht van onze kinderen en morgen die van onze kleinkinderen. Ja, wij zijn verantwoordelijk voor de nagedachtenis aan de gestorvenen. Maar, het is onze verantwoordelijkheid hoe wij met deze nagedachtenis omgaan. Wij trekken er tijd voor uit om hier in Bloemendaal gezamenlijk te herdenken. Wij herdenken hen die hier begraven liggen. Zij konden niet leven met onrecht - daarvoor was simpelweg geen plaats in hun leven. Wij gedenken dat deze dappere mensen bereid waren om vanwege hun overtuiging hun leven te riskeren, de gevangenis te trotseren en de dood in de ogen te zien.
Bloemendaal bewaart de nagedachtenis, zoals Yad Vasjem in Jeruzalem. De staat Israël besloot tot de stichting van Yad Vasjem als een plek om te gedenken en om te leren. Een les en een waarschuwing voor alle toekomstige generaties. Yad Vasjem biedt een plek om diegenen te gedenken die er voor zorgden dat anderen geen slachtoffer werden. De sjoah in Nederland bracht bij velen het slechtste boven, maar tegelijkertijd bracht het bij sommigen het beste boven. Het riskeren van je eigen leven en zelfs dat van je familie om een ander mens te redden. Om niet te gehoorzamen en te vechten voor de vrijheid van Nederland. U behoort tot die groep en ik bewijs u daarvoor alle eer.
Yad Vasjem heeft twee hoofddoelen. Deze zijn niet specifiek voor Yad Vasjem, maar gelden voor elk instituut of herdenkingsoord, omdat de holocaust nooit een gesloten boek is. Deze doelen zijn de lessen uit de holocaust, de sjoah: de herinnering aan de zwartste nacht van het extreme kwaad en aan de andere kant de buitengewone voorbeelden van menselijke moed, een sprankje hoop voor de toekomst.
Mijn vrienden, zelfs in de diepste duisternis voelen we, terwijl we hier op deze gewijde grond staan, dat er dat wonderbaarlijke lichtpuntje is: het simpele feit dat u het heeft overleefd. Vandaag heb ik het genoegen gehad enkelen van u te ontmoeten. Ik heb gehoord over uw heldenmoed en medemenselijkheid in het zicht van de dood. Wij mogen u nooit vergeten, u die verzet bood, rebelleerde en vocht voor de vrijheid van allen. In bezet Nederland was er geen andere mogelijkheid voor verzet tegen de nazi's dan door niet te gehoorzamen en te vechten. Voor velen van u was de onderdrukker zo in-en-in slecht dat u bijna automatisch besloot om u daartegen te verzetten. Door uw sterke overtuiging en onvoorstelbare moed heeft u er voor gekozen om te vechten. Uw daden van verzet getuigen van uw geest. Uw hoop was te leven in vrijheid en veiligheid en ik eer u daarvoor.
Op dit soort momenten voel ik het als Israëli als mijn plicht om ook het wonder van onze overleving te gedenken. In Europa waren er ook veel joden in het verzet. Ook uw organisatie heeft joodse verzetslieden. Duizenden joden vochten aan geallieerde zijde, bij de partizanen, bij de ondergrondse, en er waren heldhaftige opstandelingen in Oost-Europa. Hun acties waren een schreeuw om leven en hoop voor toekomstige joodse generaties. Van de enkelen die het hebben overleefd kwamen er velen naar Israël om een bijdrage te leveren aan de opbouw van mijn land om zo te voorkomen dat er ooit weer een sjoah kan plaatsvinden. Ik ben hen zeer dankbaar dat wij morgen ons 57-jarig bestaan mogen vieren als een vrije en onfahankelijke staat Israël; het permanente antwoord van het joodse volk aan Auschwitz.
Wij zijn de bewakers van het verleden ter wille van de toekomst. Zestig jaar na de oorlog ervaren wij een toename van intolerantie, antisemitisme, genocide en etnische zuivering. Groeperingen ontkennen dat er een holocaust heeft plaatsgevonden. Deze groeperingen zijn niet gering in omvang en onbelangrijk. Dit moet serieus worden genomen. Wij moeten waakzaam zijn en er voor zorgen dat zij die de holocaust ontkennen niet hun gang kunnen gaan. We weten allemaal wat er kan gebeuren als we niet alert blijven.
Ja wij zijn verantwoordelijk voor hoe we omgaan met onze herinneringen. Wij zouden moeten proberen om een betere wereld te creëren. Wij moeten trachten lering te trekken uit de daden van de dappere mensen wier dood wij herdenken. Een les in medemenselijkheid, morele normen en waarden voor de toekomstige generaties. Wij moeten ervoor zorgen dat de volgende generatie van een betere wereld kan genieten. Wij moeten geloven in een betere toekomst.