Zestig jaar na de bevrijding werd op een zolder het oorlogsdagboek gevonden van Kees Tetteroo, een veeverloskundige uit Schipluiden, in 2001 overleden. Kees Tetteroo was 17 jaar toen de oorlog begon. Door zijn beroep kon hij nog een tijd lang redelijk vrij reizen. In 1943 kwam hij per trein door Haarlem en was daar ooggetuige bij het afvoeren van tientallen mannen die bij een razzia waren opgepakt. In zijn dagboek legde hij dat vast.
Donderdag 4 februari 1943.
Vandaag ben ik weer thuis gekomen uit de Beemster. Joh is nog steeds ernstig ziek en wordt verpleegd in het B.K. Ziekenhuis te Alkmaar.
Op mijn heenreis maakte ik 'n avontuur mee waarvan ik verschillende indrukken m'n leven lang niet meer zal vergeten. Toen de trein waarin ik 'hing' het station van Haarlem binnenkwam en bijna stilstond sprong ik er met nog enkele mensen uit om vlug de wachtende trein voor Alkmaar aan de overzijde van het perron te kunnen bereiken om zodoende 'n fatsoenlijk plaatsje in de trein te bemachtigen want de treinen zijn tegenwoordig stampvol.
Zo gauw ik op het perron stond zag ik dat er wat bijzonders aan de hand was. 'n Paar Grünen Polizei's gaven de treinbestuurder van mijn trein te kennen dat hij aan de andere zijde van het lange station pas moest stoppen! Daardoor stond ik maar met 'n paar mensen in 'n afgesloten gedeelte van het Haarlemsch station. Of eigenlijk is dat niet goed gezegd want vlak bij ons stonden 'n groot aantal mannen bewaakt door 'n 50 tal Grünen die met revolvers en handmachinegeweren in de handen de gevangenen in bedwang hielden.
Wij werden door 'n paar van die brulapen achter de afsluiting gejaagd. Er waren niet erg veel mensen op het station. Ik vroeg wat er aan de hand was en kreeg te horen dat Zaterdag j.l. door 'n onbekende dader 'n Duitsche onderofficier is neergeschoten. Aangezien de dader onvindbaar bleef zijn 10 inwoners van Haarlem doodgeschoten en worden er 180 naar concentratiekampen overgebracht. In de afgelopen nacht waren deze mannen van bed gelicht en meegenomen. Het was me ook opgevallen dat er veel bij waren die maar half aangekleed waren.
Er speelden zich heftige tonelen af. Huilende vrouwen probeerden door de afzetting te komen. De een om 'n pakje te kunnen geven, de ander om afscheid te nemen van vader, man of broer. Maar de Duitschers waren onverbiddelijk. Sommige vrouwen die wat 'lastig' werden, werden teruggeslagen. Aan beide zijden van het stationsgebouw wat midden op het hoofdperron staat was 'n afzetting.
Aan een kant gebeurde iets wat de woede der toeschouwers ten top deed stijgen. Geheel zich van geen kwaad bewust liep 'n heel oud vrouwtje steunend op 'n stokje het 'schoongeveegde' gedeelte van het perron op. 'n Duitscher stapte naar haar toe en brulde vlak voor haar staande dat ze 'zurück' moest gaan. Het vrouwtje - die grote kerel voor zich ziende met dat dreigende wapen in zijn handen die haar wat toeschreeuwde in 'n taal die zij niet verstond - kromp van schrik inelkaar en bleef stokstijf staan. De mof pakte haar daar op beet, draaide ze hardhandig om en gaf haar zo'n harde duw dat ze struikelde en viel en versuft bleef liggen. Haar hoed en stok rolden over het perron. 'n Roep van woede en afschuw over deze daad ging door de toeschouwers.
Intussen was de trein die de ongelukkigen zou vervoeren voorgekomen. De mannen werden erheen gedreven en kwamen vlak langs me heen. Het was bijna niet met droge ogen aan te zien welk 'n tragisch toneel dit was. Ik zag nog 'n dame die aan een der Duitschers vroeg om even 'n pakje aan haar man te mogen geven. Maar 'n bits 'nein' was het antwoord. Toen ze het in het voorbij lopen toch probeerde te geven werd ze met een kolf van een geweer teruggestompt. De mannen stonden naast het stationsgebouw even stil. Enkele mensen probeerden door de wachtkamers heen vlak bij hen te komen maar de deuren waren gesloten.
Het was zielig om te zien hoe twee meisjes wier vader er ook bij was op de deur stonden te beuken en huilend naar hem riepen. 'n Paar heren probeerden ze te kalmeren. Met horten en stoten kwam het verhaal er uit dat hun vader in de afgelopen nacht weggehaald was geheel onschuldig en hoe ze nu van het ene adres naar het andere hadden gelopen om nog wat kleding aan hem te kunnen geven. Nu konden ze hem zien maar mochten er niet bij.
Ik zal maar niet proberen te beschrijven de haat die hier tegen de bezetter gekweekt werd. Toen de mannen (ze waren uit alle lagen der bevolking en ook nogal veel joden) weg waren verliet iedereen vol woede en diep onder de indruk het station.