BEVRIJDINGSDAGEN IN HAARLEM

een brief van mevrouw
J.W. de Vos van Steenwijk - van Roijen

 


Inleiding



Deze brief schreef mijn schoonmoeder, mevrouw J.W. de Vos van Steenwijk - van Roijen aan mijn vrouw Cathrien, haar oudste dochter. Wij waren in juni 1944 getrouwd en woonden in Leiden. Mijn schoonvader, dr J.E. de Vos van Steenwijk was al in 1940 door de Duitse bezetter ontslagen als burgemeester van Haarlem.

In 1942 begonnen de Duitsers gijzelaars op te pakken en in kampen onder te brengen, zodat hij het geraden vond onder te duiken. Via een Fries boerenechtpaar kwam hij terecht op de Veluwe, hij kon het leegstaande tuinmanshuisje van "Het Roode Koper" van de familie Patijn huren, het "Poolsche Huisje". In september 1944 bereikte hem het bericht uit Engeland dat hij na de bevrijding benoemd zou worden tot Commissaris der Koningin in Noord-Holland. Het einde van de oorlog leek naderbij te komen en hij besloot naar Haarlem terug te keren. Maar hij zou nog acht maanden als onderduiker in eigen huis moeten blijven.

Dat huis aan de Linnaeuslaan 12 is het toneel van deze brief. Veel personen komen ter sprake, de eigen kinderen in de eerste plaats. Carel, in maart 1944 getrouwd met Ciska Laman Trip woonde in Amsterdam, evenals Anneke. Beiden hielden zij zich er intensief bezig met ondergronds werk. Ciska verwachtte in mei een baby. die in de Maria-Stichting ter wereld zou komen met de hulp van dr Carl von Winning, gynaecoloog, chef de clinique van de Maria-Stichting en huisvriend van de Vossen. Vandaar dat zij inmiddels maar vast naar Haarlem gekomen was.

Vele anderen komen ten tonele, familie, vrienden, kennissen, ambtenaren etc. Ik weet niet van allen wat of hoe de relatie was. Een onderzoek daarnaar heb ik niet gedaan, aan de essentie van dit stuk zou dit niet hebben bijgedragen. Aan de orthografie heb ik niets veranderd.

H. Taudin Chabot, 10 februari 2001



29 april 1945


Lief Cathrijntje,

Nu het onmogelijk is elkaar in deze emotionele tijd te zien of te spreken ga ik proberen iedere dag even een woordje in dit schrift te schrijven, dan kun je later lezen wat we beleven. Het is vandaag 3 jaar geleden dat Vader zoo onverwacht uit Haarlem vertrok. Wie had kunnen vermoeden dat we 3 jaar later nog in deze toestand zouden zijn, al staat de bevrijding dan nu ook voor de deur. Wat ben ik toch dankbaar dat Vader deze laatste 8 maanden hier in huis is geweest. 't Is onbegrijpelijk dat de menschen nog totaal niet weten dat Vader hier is. Maar zelfs de buren hebben er nog geen idee van.

We vierden vandaag Vader's verjaardag, een Zondag is er zoo'n gezellige dag voor en Ank is vanmorgen uit A' dam overgekomen. Carel kwam al Vrijdag hier. Henny begon de dag met een versierd blaadje met echte geurige kopjes thee en geroosterd Zweedsch wittebrood met jam op de slaapkamer te brengen. Echt een feestelijk begin. Ze had weer zulke prachtige bloemstukken gemaakt, 't huis zag er zoo feestelijk uit en we hadden aan 't ontbijt een heerlijk bordje havermoutpap van magere melkpoeder en echte suiker! Vader leest 's morgens een mooie preek voor van prof. Korf "Vader en Moeder". Zeer toepasselijk voor het aanstaande ouderpaar. Een lekker kopje koffie met gecondenseerde melk maakte het geheel tot een gezellige stemmingsvolle Zondagmorgen. Jammer dat Ank pas om 12 uur kwam, zoodat ze ons ochtendje niet meemaakte. Ank kwam hier moe aan. Ze heeft het druk in A'dam met erg veel fietsen en leeft onder groote spanning van deze tijden.

We hadden om 1 uur een feestdiner voor Vader's verjaardag. Oxtailsoep uit een blikje, ieder een dik stuk kalfsvleesch (door Ank uit Leuvenum meegebracht), gebakken weck-aardappeltjes en chocoladevla (echte cacao, echte suiker, echte volle melk!) na. Wat zijn we toch materialisten geworden maar ik schrijf het toch op omdat het voor later interessant is te weten hoe'n groote rol het eten nu in ons leven speelt. Voor de koffie hebben we Vader de pakjes gegeven, die allemaal uit levensmiddelen bestonden behalve jelui mooie boek, waar Vader heel erg blij mee was evenals met jelui beider brieven. We hebben jelui zoo erg gemist vandaag.

Nu Carel en Ciska hier zoo heelemaal in huis zijn bij ons, wordt de band met hen zoo groot en dat geeft mij zoo'n groote behoefte ook met jelui een nauwer contact te hebben. En toch mogen we zoo dankbaar zijn, dat we zoo in elkaars buurt wonen. Weinig gezinnen zijn in dat opzicht zoo bevoorrecht als wii. Na ons diner gaan Ank en ik naar de familie Halbertsma die hun zilveren bruiloft vieren. 't Is een geweldige opzet. ± 60 menschen zijn gevraagd en Annie Woud geeft een matinee. 't Is gewoon ongekend in zo'n society te zijn. 't Ziet er zoo feestelijk uit. Ongeloofelijk veel bloemen en dat in die groote kamer die zoo licht en vroolijk is. De zon komt door en je kunt het haast niet gelooven dat er zoo'n ellende om ons heen is. Heel even beleven we weer een oogenblikje uit vroeger tijden.

Thuiskomende loopen we tegen Stineke en Lout aan die Ciska op hadden gezocht. Ciska had er erg tegen opgezien na alles wat er in A'dam was gebeurd, maar 't gesprek was er niet op gekomen en Ciska had zich voor niets wat zenuwachtig gemaakt. Bij Vader zit Frank van Lynden. Hij kwam over om Carel te vragen in Den Haag werkzaam te worden in 't comite van Miel Menten. Daar is echter geen kwestie van. Er is echt een alleraardigste band tusschen Frank en ons gezin, door zijn verblijf al die weken hier in huis. Hij gaat echter nu zoo gauw mogelijk weer terug naar den Haag daar de radio vandaag de meest ongeloofelijke berichten geeft en hij wil op z'n post zijn wanneer het omslaat. Wat heeft de radio ons allemaal verteld: "Mussolini is geexecuteerd, aan alle kanten in Duitschland de meest ongelooflijke vooruitgang der geallieerden. Hitler op sterven na dood. De ineenstorting is werkelijk nog een kwestie van dagen. Italie is nu zoowat geheel bezet, het gaat er adembenemend snel". Wat een emoties. De eetlust is door dit alles enorm groot en we eten voor ons souper ook weer met smaak ieder 2 dikke spekpannekoeken met echte stroop! Zalig. Allemaal ter eere van Vader's verjaardag. Nu de toestand ook zoo is durven we wat royaler te zijn en 't is heerlijk om eens echt héél goed en lekker en veel te eten!

't Ongelooflijke nieuws hooren we 's avonds door de radio dat er werkelijk voedselpakketten zijn uitgeworpen. Op één dag 6 ton bij Rotterdam, den Haag en Leiden. 't Klinkt als een sprookje. Er zijn maatregelen met de Duitschers getroffen dat het mogelijk is, wel een bewijs dat de Duitschers beginnen te merken dat. hun einde nabij is, anders zouden ze nooit willen medewerken Ze hebben immers alles opgezet om ons hier uit te hongeren en het lukt hun zoo goed. Deze laatste weken zijn er in Amsterdam 1000 sterfgevallen per week. 't Is wel afgrijselijk. Wat stompen we toch af. Je hoort de meest ontzettende dingen en 't gaat toch eigenlijk langs je heen. De emmer is ook zoo boordevol. Alles wat er bij komt loopt over de rand en stroomt weg. 't Is maar gelukkig, want het leed is niet meer te omvatten. 's Avonds luisteren we nog beurt om beurt naar de radio. 't Is alles zoo opwindend! Je voelt je doodmoe, komt nergens toe. We besluiten maar met elkaar te duvelen. Dat geeft ontspanning, Vader is in topvorm. 't Is een onvergetelijke dag geweest. Een andere verjaardag dan 3 jaar geleden, dat is zeker. Zeer voldaan gaan we naar bed. De bevrijding is nabij.


Maandag 30 april


Nu is Vader werkelijk jarig. We beginnen de dag met te constateeren dat dit nu heusch de laatste verjaardag in oorlogstijd zal zijn. Kwart na zeven wordt er gebeld, Iens komt voor de gymnastiek en massage, erg nuttig voor Vader. Kwart voor acht weer een bel. De heer Van Voorst voor Vader, 8 uur een bel, Thecla van Styrum voor een boodschap voor Vader. Ank moet vroeg weg en van alles meenemen. Henny die bij de Halbertsma's heeft geholpen, is nog niet thuis (komt pas om 10 uur). Daardoor is het zeer roerig en druk. Van Voorst blijft tot 9 uur; Vader door en door koud na de massage en 't zitten in de koude kamer. Ik ga naar Mendlik met de C's, die 't schilderij erg goed vinden.

Bij Vader komen 's morgens nog Maria v. W en Mijnheer Wesstra. Vader heeft veel menschen tegenwoordig over de vloer. Er zijn ook zooveel tegenstrijdige orders uit Engeland, 't is voor Vader om dol van te worden. Ter eere van de verjaardag van de prinses en omdat Vader toch eigenlijk vandaag jarig is, hebben we weer een heerlijk dinertje om 1 uur. De tafel heeft Henny nu met oranje versierd en een beelderig bouquet met vergeetmijnietjes en oranje muurbloemen. Wat heeft ze toch een fantasie en een poëzie. Ging ze maar met iemand anders trouwen. 't Is gek maar die toekomst van Henny kan me gewoon agiteeren. Ik houd té veel van haar en schat haar te hoog om me er bij neer te leggen dat ze haar geluk zo vergooien gaat. Wat zullen haar een desillusies wachten. Ze komt in zoo'n koud, nuchter communistisch milieu, zij met haar warmte, haar poëzie, haar kunstzinnige aanleg. 't Kan me zoo innig voor haar spijten.

Enfin, ik ga 's middags naar een bespreking bij Zr Koolhaas over de noodzakelijkheid de buitenkerkelijke menschen op te vangen in het Nat. Volks Herstel. Ik vind het zoo bijzonder aardig dat ik weer op allerlei gebied gevraagd word tegenwoordig te zijn. 't Is zoo nuttig want daardoor blijf je er niet buiten staan, maar je komt van allerlei nieuwe stroomingen op de hoogte. Zoo maak ik de laatste vergaderingen ook mee van het U.V.V. en ik heb er de grootste bewondering voor, zooals de U.V.V. ook klaar staat, wanneer straks de zaak omslaat. Wanneer ik om 4 uur thuiskom, loop ik tegen Mevr. Bierens de Haan op die met Mea een cadeautje voor Ciska komt brengen. Ciska is naar Mevr. Meijnssen, waar ze zoo'n snoezig jasje van krceg. 't Is een gezellig bezoekje in een gruwelijk ongezellige kamer. Vader's kamer is n.l. schoongemaakt en keurig netjes maar zoo echt niet bewoond.

Ze zijn nog niet vertrokken of de Von Winnings komen en we drinken een heerlijke borrel waarbij geroosterde tarwe, en klinken op de prinses, op Vader en op de ondergang van het Derde Rijk! We zegenen de radio van 4 volts, want 't is nu alles zoo spannend. Ieder oogenblik kan de val van Berlijn worden verwacht. Over Hitler wordt niets meer gezegd. Voor de 3e maal zijn er voedselpakketten afgeworpen, ongeloofelijk dat dit toch mogelijk blijkt te zijn. Wanneer ze er werkelijk mee doorgaan kan het zeker een groote ondersteuning worden voor het volk. In Buchenwald zijn 500 NederIanders doodgegaan en 386 zijn er overgebleven. De vreeselijkste gruwelverhalen hoor je door de radio, van alles wat er in dit en andere kampen is gebeurd. De Ned. Buchenwalders zonden een telegram met gelukwenschen aan de prinses, de leider ervan is G. Ritter, burg. van Den Helder. Wat heeft deze man ook wat doorgemaakt en wat moet het een veerkrachtig mensch zijn.

We hooren nog door de radio dat het lijk van Mussolini naar Milaan is overgebracht en daar op de Piazza is tentoongesteld opgehangen aan de voeten, naast het lijk van zijn maitresse. De menschen defileeren er langs, spugen er op. Er is zelfs een vrouw die nog vijf schoten op het lijk lost, voor haar vijf zonen die ze in de oorIog verloor. Vreeselijk! En toch kun je begrijpen dat de menschen behoefte hebben hun opgekropte haat en woede te uiten. Maar het toont wel dat de innerlijke beschaving van de mensch in deze 20e eeuw nog niet op een al te hoog peil is gekomen.

Je voelt aan iedereen in huis en op straat dat de spanning groot is en men verwacht iedere dag ja ieder uur dat de wapens worden neergelegd.. 't Zal gewoon niet te bevatten zijn. Stel je voor dat je van die druk bevrijd bent. Dat ik weer met Vader over straat zal kunnen gaan, weer gewoon zal kunnen praten over Vader. En dat Carel goed door al deze gevaren is heen gekomen. Och wat heb ik over de jongen in angst gezeten. Ik zal nooit vergeten dat ik 's morgens vroeg om 8 uur naar de Maria Stichting ging om Dr Hooge te vragen of Carel daar mocht onderduiken toen hij door de S.D. was verjaagd uit de Stadionkade en over het dak was weggevlucht. Ik heb me er niet zenuwachtig over willen maken en 't ook met kracht onderdrukt. Ik voelde een grenzeloos vertrouwen van beschermd te worden maar dat het zoo nu en dan angstig was, ja, dat zal ik niet ontkennen.

Maar nu ter zake. We souperen allergezelligst trakteren weer op een blikje sardientjes en eten de rest van het Zweedsche wittebrood. Wat is het toch een zalige aanvulling die Zweedsche gaven. Dit keer haalde ik het zelf uit de winkel met de margarine en het kwam me zoo gek aan om er niets voor te betalen. Na 't souper ga ik nog gauw naar Anneke Berkhout die 30 jaar is geworden vandaag. lk viel er met mijn neus in een overheerlijk menutje. Men zit n.l. nog aan tafel. Mendlik en Iens Swens zijn er ook. lk krijg een bord en daar komen de heerlijkste dingen op: kalfsvleesch, spinazie, doperwtjes, en tomaten met kaassaus en echte vette jus. Al heb ik net gesoupeerd, 't valt er weer met smaak in, om niet te vergeten de heerlijke champagne, die er bij wordt geschonken. De laatste twee dagen is het werkelijk of we bij de vetpotten van Egypte zitten. Stel je voor dat we 't weer zullen beleven dat je dat gewoon vindt. lk ben benieuwd of we 't lang zullen blijven waarderen, wanneer we de gewone dingen weer net zooveel als we willen kunnen krijgen. Wanneer we straks voldoende melk ontvangen om 's morgens melkpap te eten! En nu smullen we 's morgens van grof gemalen tarwe gekookt in water met wat zout en als iets extra's een zoetje er in.

Mendlik houdt een alleraardigste toespraak tot Annetje. Hij waardeert haar enorm, zoowel als mensch als artiste en vertrouwt dat ze 't ver zal brengen. Annetje reageert er eenig op. Tk vlieg naar huis, de toespraak duurde zoo lang, dat ik pas kwart na acht thuis kom. Maar men is niet streng meer. Op straat is nog een druk verkeer, merk ik. Vertelde ik je wel dat we de laatste maanden dikwijls naar de Von Winnings gingen om de radio van 8 uur te hooren? We gingen dan om 10 uur naar huis, gewapend met een briefje, dat ik een medische behandeling had ondergaan. Maar we zijn nooit aangehouden. 't Was ook altijd pikdonker maar de volkomen leegte en stilte op straat gaf je dan toch een heel onbehagelijk gevoel. Maar vanavond was het nog om kwart na acht druk! Thuiskomende vond ik mevr. Fonteyn die Ciska een cadeautje bracht en toen zij om 9 uur was vertrokken kwam Iens nog van de Berkhouts terug en kwam Vader feliciteren, bracht een alleraardigst boekje met oud Nederlandsche gedichten. Ze verdween om 10 uur; in dit buurtje kan dat op 't oogenblik wel. Je ziet dat we niet te klagen hebben over te weinig afleiding. Tusschen alle bedrijven door heb ik nog drie snoezige jurkjes voor de baby gemaakt deze laatste week. 't Is zulk gezellig werk.

Och Cathrijntje wat is het toch jammer geweest dat jelui niet meer konden overkomen voor een concert van het kwartet. Zaterdag 28 April hadden we de laatste middag van deze serie. 't Was boven alle lof verheven. Tot slot speelden ze 't allerlaatste kwartet van Schubert. 't Was gewoon hemelsche muziek. Die dag werd aangeboden de teekening van 't kwartet gemaakt door Mendlik aan den Heer de Jong Schouwenburg die deze hele winter de leiding van de concerten had. Die teekening is bijzonder goed geslaagd. Er zit veel actie in en hij is mooi van compositie. Ik heb die zoo zien worden door mijn vele bezoekjes op 't atelier. 't Was een bijzonder moeilijke opgave. Ze studeerden dan de stukken in voor de concerten en raakten zoo in vuur en konden wel 25 maal dezelfde drie of vier maten overspelen tot ze er tevreden over waren, dat Mendlik er gewoon gek van werd. Hij zag er gewoon slecht van uit en 't was een opluchting toen het af was. Dit kan echter een zeer beroemde teekening worden. Wanneer straks dit kwartet door de wereld gaat reizen, dan staat natuurlijk een afdruk van deze teekening in iedere muziekhandel waar je kaarten kunt koopen. Op die manier wordt het nog 't meest beroemde stuk werk van Mendlik. Nu ga ik naar bed!


Dinsdag 1 mei


We hadden vandaag vast gerekend op sensationeele radio-berichten, maar niks hoor! Churchill had vandaag de opmerking dat Engeland er beter voorstond dan 5 jaar geleden! Een typische opmerking voor een Engelschman.

Weer pakketten afgeworpen in 't geheel nu al 2600 ton. Wat een prachtige prestatie. Ik ben zeer benieuwd wanneer de eerste distributie ervan zal zijn. Carel vertrok vanmorgen weer naar A'dam. We konden geen brood krijgen. Erg vervelend. We bakken nu maar pannekoekjes voor Carel maar 't is voor hem lastig in A'dam zonder brood. Ik doe gauw de wasch om vooral weer niet achter te komen. 't is altijd weer even veel. Ik laat 's morgens bij van Loenen mijn haar wasschen, gelukkig met warm water, waar ik ook drie turven voor meeneem. Maar 't weer is koud, guur en winderig en 't is buiten op de fiets alleronaangenaamst met mijn natte kop! Ik probeer nog overal hrood te kriigen maar 't lukt niet. Groente koop ik 35 ct een klein bosje radijs, Ÿ 3,50 1 kg rabarber, Ÿ 2,- 1 kg spinazie, 30 ct 1 kropje sla. Wat zullen we later lachen over deze prijzen.

Om half een ben ik bij Brinkman voor de kindervoeding. Ik heb nu de leiding daar Zr Koolhaas is verdwenen. Ik maakte nu lijsten van de kinderen zooals ze aan de tafel zitten. Een zeer goede verbetering. De kinderen zijn uitermate druk en lastig en al sla ik nog zoo hard op de tafel met mijn soeplepel ik krijg ze haast niet stil. De algemeene stemming heeft ook onbewust deze kinderen te pakken. Gelukkig is 't eten wonder boven wonder op tijd. 't Is niet te gelooven. De laatste weken was 't meestal een uur zoo niet 5 kwartier te laat. Ik ben dan ook om halftwee weer thuis, zeer tot Vader's tevredenheid, die 't eigenlijk heelemaal niet goed vindt dat ik 2x per week opschep. Maar ik wil het niet afzeggen. Ik voel dat je in de komende tijden veel meer recht van spreken hebt wanneer je ook daadwerkelijk meehelpt. En ik kom telkens in aanraking door dit werk met allerlei menschen. 't Is echter héél begrijpelijk dat het Vader wat irriteert die den geheelen dag rustig thuis zit en mij zoo ziet vliegen en draven. Daarom ben ik vanmiddag rustig thuis gebleven, heb zilver gepoetst en Vader las me voor uit de "Zes kaarsen van Indië". Tegen half vijf willen wij luisteren naar de radio maar er komt geen geluid uit. Daarom vlieg ik naar Henk om te zien de jongen nog te pakken te krijgen die ons dit toestel verschafte. De winkel is gesloten en ik ga een borrel drinken bij de Halbertsma's die me alles vertellen van de zeer geslaagde viering van hun zilveren bruiloft. Verder kwam Mijnheer H. zeer enthousiast binnen met de mededeeling dat onze auto was vrijgekocht met een flesch Bols. Hij gaat de auto nu met Tjal halen uit de garage en duwen naar de particuliere garage der Mouthaan's. Wat zal Jaap hlij zijn, al is de auto dan ook niet meer in een prima staat. 't Is om niet te vergeten. Eerst kreeg ik voor een kruik Bols de schoonzoon van Pol uit de klauwen der Moffen en nu voor een kruik de auto! 't Zijn wel wonderlijke tijden!

Aan 't avondeten nog geen brood. Ciska maakt heerlijke pannekoekjes boven; Vader heeft Den Tex bij zich, Henny waart in de stad, waar een groote drukte heerscht en ik ga naar Franken jr om te vragen of ze voor brood kunnen zorgen. Morgen krijg ik drie broodjes bezorgd! Dan naar de Gelincks voor sluitlakens voor Ciska wat lukt; ik vertel hen dat Vader commissaris zal worden. Ze hebben zoo dikwijls voor Vader boodschappen getelefoneerd dat ik 't niet leuk vind wanneer ze dit niet van te voren van mij hebben gehoord. Erg keken ze er niet van op. 't Is langzamerhand een publiek geheim. IJverig, thuiskomende, geluisterd naar de radio die niets nieuws vertelde 't Is wel spannend: wanneer zal het groote oogenblijk daar zijn! Berlijn is in geaIlieerde handen.

Een allergezelligst soupertje met de pannekoekjes en voor Vader een gebakken spiegeleitje (Zr Koolhaas) met spek eindigt deze dag. We zitten vanavond weer boven, daar de kachel zoo lekker brandt. Henny is weer bij ons. 't Is toch een uniek mensch, ze weet altijd haar plaats te houden. 't Valt me op hoe slecht Vader er uit ziet. 't Zal wel van alle emoties komen, 't is dan ook niet gering. Vader verzekert me zich toch uitstekend te voelen.


Woensdag 2 mei


Voor ik naar Mendlik ga, breng ik een pakje naar Ted en op weg naar haar zie ik allemaal menschen op de daken zitten naar de hemel turen. Door Ted hoor ik dat er vliegtuigen naar Schiphol vliegen om daar voedsel af te werpen en wanneer ik daarna naar de Nispens ga op de Wagnerkade staat het er zwart van menschen die juichen en zwaaien met zakdoeken wanneer de zware bommenwerpers over ons heen vliegen. 't Is een oogenblik dat me verbazend emotioneert en ik voel me zeer ontroerd. Die onheilspellende groote zware vliegtuigen, die tot nu toe niets dan dood en verderf brachten, overal waar ze heen gingen en die nu in groote getale hier in ons land het hemelsche manna neergooien en overal met gejuich worden begroet. Ook het feit dat we van uit Engeland dit voedsel krijgen, waar men dus toch werkelijk heeft begrepen hoe ernstig de toestand is, grijpt me innerlijk zeer aan.

Ik vertel Baukje ook van Jaap's veranderde werkkring. Ze wist allang dat Jaap hier thuis was zooals ze ook wist dat Vader commissaris zou worden. Ik heb enorm in haar gewaardeerd dat ze hier nooit over sprak. Bij haar zie ik door de verrekijker hoe een groep van 8 bommenwerpers boven Schiphol hun kostbare lading laten vallen. 't Ziet er uit alsof een grijs gordijn wordt neergelaten. 't Is indrukkwekkend. Bij Mendlik heb ik weer zeer interessante gesprekken. Ik voel dat we steeds meer contact krijgen, hij merkt dit ook want ineens zegt hij: "Nu heb ik je, nu krijg ik de juiste uitdrukking, nu heb ik je beter leeren kennen. Jammer dat je mijn vrouw niet hebt gekend, jelui zouden zoo goed bij elkaar passen". En na afloop van 't poseeren ben ik onder de indruk zoo prettig als het schilderij nu aandoet, al is alles nog in groote trekken en is er van detailafwerking nog geen sprake. Ik krijg een pluim in het portret en ook 't volste vertrouwen dat 't heusch goed zal worden. 't Zou reusachtig knap van Mendlik zijn, want ik geloof wel dat ik 't allermoeilijkste object ben voor een portretschilder dat je je kunt bedenken.

Nu drinken we met ons drietjes koffie en wanneer we net alles op hebben komt Carel met een zekere Mijnheer Cramer binnenstappen, laatstgenoemde komt fietsen uit Bussum. Carel is een schat maar 't is nu al voor de 3e keer dat hij eerder thuiskomt dan we afspraken en dat is met het oog op 't eten wel héél moeilijk. Enfin, ik leg de kachel weer aan (daar 't Woensdag is is Henny vanaf 2 uur tot 's morgens 7½ uur uit) en Ciska en ik maken lekkere dingen klaar voor de beide uitgehongerde mannen. Ze eten gewoon bakken vol. Om half vier eindelijk klaar. Mijnheer Cramer komt voor z'n chef de heer Fernhout, burgemeester van Bussum. Laatstgenoemde zou niet meer in functie komen en hier werd nu hevig tegen gediscussieerd. Och wat zal Jaap nog veel moeilijkheden krijgen. 't Is ongelooflijk de tegenstrijdige inlichtingen die je krijgt over dezelfde persoon. Wat zal Jaap een critiek moeten hooren. Om half vier ben ik eindelijk klaar, ga naar de familie van Hasselt die bij de familie Gunning zijn ingetrokken. Goverta vertelt me uitvoerig over alle ellende die ze doormaakten. Dat is ook wel héél erg. Zaterdag is haar man uit het ziekenhuis gekomen na een operatie te hebben ondergaan. Ze waren een week van te voren uit hun mooie groote huis gezet en hadden onderdak gevonden bij de Gunnings. De Duitschers die 't huis vorderden waren echter geschikt. De familie mocht de meubels in 't huis zelf opbergen, de keukenmeid bleef er en kon voor hen koken, ook mochten ze in en uit loopen zooveel ze wilden. Ze namen dus naar de Gunnings niets mee dan wat kleeren, twee stoelen en 't bureau van Mijnheer. Goverta zelf slaapt nog in 't huis van Zaterdag op Zondag en de nacht daarop vliegt het huis door een tijdbom in de lucht en verbrandt alles, maar dan ook alles. Hoe de meid er uit is gekomen begrijpt niemand, ze had alleen een nachtjapon aan en stond te bibberen in de nacht al roepende: "ik ben m'n tanden kwijt, die lagen op het nachttafeltje naast m'n bed!" Een Duitscher is geheel verdwenen, twee gewond, de vierde volslagen zenuwgeschokt. De van Hasselts hielden zich kranig, maar ik vrees dat het gemis van alles wat ze bezaten, ook vooral hun herinneringen, bij de dag zwaarder zal worden gevoeld. Ik had ontzettend met hen te doen. Arme menschen om op hun leeftijd weer geheel nieuw te moeten beginnen en dat in een tijd dat je totaal niets kunt krijgen.

Van hen ging ik naar Ds van Dijk om 't adres van Guusje van Reenen te vragen Ik trof Guusje zelf, die echter gehaast was. Daardoor bleef ik praten met Ds v.D. en zijn vrouw. Ik vind hem een aardige man en begrijp niet hoe hij zoo'n doetje van een vrouw heeft kunnen nemen. Ze zal wel door en door goed en lief zijn, maar och wat laag bij de grond. Hij sprak steeds over de geestelijke kant van alle nooden en zij gooide er steeds opmerkingen tusschendoor over 't materieele. Toen ik tegen halfzeven thuiskwam hoorde ik dat de heer Van Wijnbergen bij ons was. Hij zal met Jan Kielstra Vader's rechterhand worden; Vader stuurde Ank naar Utrecht om hem te vinden en te vragen direct naar Haarlem te trekken en daar stond hij voor ons. Nog iemand extra met het eten, dat was een opgave. Maar gelukkig, we krijgen met eenige moeite een fatsoenlijk souper voor elkaar. Carel en hij, je hebt ze niet voor niets in de kost. Hoe kan 't zoo treffen dat Henny juist uit is. Enfin, z'n slaapkamer in orde gemaakt en toen 't laatste radio nieuws. Hitler is dood, evenals Göbbels, ze hebben zich beiden van kant gemaakt, al heette het eerst dat Hitler al strijdende in de Reichskanselarij was gevallen, al vechtende. Een bericht 's middags had ons al op de hoogte gebracht van de meest ongeloofelijke vorderingen op aIle fronten. 't Is niet meer om bij te houden op de kaart. Hoe is 't in de wereld mogelijk dat Duitschland zich nog niet overgeeft. Het doorvechten is zoo zinloos.


Donderdag 3 mei


Ik heb echt 't gevoel in huis met alles bij te willen zijn en daarom ben ik om 8 uur al aan 't strijken gegaan, waar ik zoowat mee klaar kom, voor ik naar Mendlik trek. 't Schilderij maakt goede vorderingen, Mendlik werkt met erg veel animo en ik krijg er groot vertrouwen in. 't Is al ongelooflijk dat ik prettig vind om er naar te kijken. Vader stelt vandaag zijn brieven op om rond te zenden, dat zal gedeeltelijk Van Wijnbergen doen. Carel is begonnen de turf en het hout in de bijkeuken op te stapelen. Wat een heerlijkheid als de salon leeg zal zijn. Carel doet dat alles met zoo'n geweldige animo. Echt heerlijk. Wanneer ik 's middags thuiskom heeft Carel de heele salon leeg. Ik ben er zoo blij mee. Peereboom zit bij Vader om te overleggen waar Van Wijnbergen onderdak zal krijgen. 't Is niet goed dat hij voortdurend bij ons thuis is. Dat geeft een té vriendschappelijke houding op den duur. Peereboom stelt weer de familie van Styrum voor. Dat maakt mij kriebelig. Ze hebben al zoo veel gedaan en 't draait altijd om dezelfde menschen.

We hebben een echt feestmenu ter eere van de val van Berlijn. Schoteltje champignons met kaassauce, daarna veel kalfsvleesch, groenten uit de week, gebakken aardappeltjes en na: een flesch vruchten met vanillesauce. Hoelang zou het nog duren, dat we zoo'n menu weer vanzelfsprekend vinden. 's Avonds krijgen we nog weer bezoek zoodat er niets komt van rustig schrijven. Het nieuws van den dag is dat Italië capituleert, Lübeck genomen, Hamburg tot open stad verklaard. Russen en Engelschen ontmoeten elkaar aan de Oostzee. Er worden weer veel levensmiddelen afgeworpen. De groote bommenwerpers hebben den geheelen dag over ons heen gevlogen, zoo laag dat je de inzittenden kunt zien. Ze gooien ook nog wel eens mis, zoodat er toch nogal wat verloren gaat. Op Leyduin is op de boerderij een zware zak meel gevallen met een dikke kluit gist er onderaan gebonden. De zak viel door het dak en kwam in de woonkamer terecht. Wat een gekke toestanden. Er zal nu ook over land en water levensmiddelen toevoer worden gebracht!


Vrijdag 4 mei


't Is geweldig slecht weer en wanneer Henny ons 's morgens komt roepen, stel ik haar voor vandaag de achterkamer niet schoon te maken. Maar wanneer Henny een keer iets in haar hoofd heeft dan is er geen houden aan en ondanks mijn protest zijn ze al in volle gang als ik beneden kom. Ik ga dan met Ciska en Carel koken, Vader is boven bezig de aardappelen schoon te maken en tarwe te malen. Hoe lang zou Vader dat nog doen! Zoo zijn we met zes man in de weer voor 't huishouden. Gewoon bespottelijk. Ik ga tegen 11 uur naar de stad voor boodschappen en voor de zooveelste keer naar het distributiekantoor, nu ook voor de kaart van Van Wijnbergen. Daarna kindervoeding. Er is een plaatsvervangster voor Zr Koolhaas gekomen, die ik precies van de gang van zaken op de hoogte breng. 't Is prettig, want dan ben ik niet meer gebonden wanneer er groote dingen staan te gebeuren. Het eten is ditmaal goed op tijd. 't Is ook zoo ergerlijk wanneer je om kwart over twaalf present bent en eerst om halftwee kunt beginnen.

Na de koffie ga ik naar Mevr. Van Styrum, waar ik allergezelligst in de keuken zit. Tecla is een biefstukje aan het bakken! De geuren doen me watertanden! lk bespreek met Mevrouw de komst van Van Wijnbergen en beloof haar wat levensmiddelen te sturen. Dan ga ik naar Roosen om de kant te laten zetten in mijn japon waarin ik word uitgeschilderd. 't Is een allergezelligst bezoek. Ze is altijd zoo hartelijk en zoo enthousiast. Ik blijf er een heel tijdje.

(De salon is werkelijk heelemaal schoon en weer ingericht als vroeger. Gewoon ongeloofelijk).

Thuiskomende zit Carl von Winning bij ons en er zijn zware gesprekken over de mogelijkheid van een wapenstilstand. We zijn allen bang dat ons land het allerlaatste aan de beurt is. En hoe vreeslijk de hongersnood ook is, 't zou nog 10x erger zijn wanneer deze streek gevechtsterrein zou worden. Waar moet de bevolking naar toe vluchten. Rondom Haarlem en A'dam staat alles onder water. We eten gezellig met elkaar en gaan 's avonds boven zitten. Vader luistert nog naar de radio van 8 uur en kwart over acht. De berichten zijn uitstekend, 't aantal krijgsgevangenen dat dagelijks wordt gemaakt is fantastisch. 't Kan niet lang meer duren, Duitschland moet ineen storten. Om negen uur gaat de bel. Carel gaat naar beneden om open te doen. We hooren een vreeselijke drukte beneden en daar komt Maria von Winning aanstormen: 't is vrede, 't is vrede! De radio van kwart voor negen heeft het bekend gemaakt, de Duitsche legers aan 't Westfront hebben gecapituleerd. We staan gewoon verstijfd, kunnen en willen 't ook niet gelooven. Het is onwezenlijk. Door 't grootste toeval hadden ze de radio nog eens aangezet en daar klonk ineens door de kamer dat de Duitsche legers zich hadden overgegeven. Maria wil door naar de Van Styrums en Carel en Ciska. Van Wijnbergen en ik gaan de straat op om zekerheid te krijgen, daar ons toestelletje ons nog niet het verlangde nieuws geeft. We loopen door naar de Von Winnings, op straat ontmoeten we al Carl en Marietje. We overleggen wat te doen. Het hondje van Dr Hoge, versierd met een groote oranje strik, heeft Duitschers al blaffend nagezeten en is doodgeschoten. Marietje is er zwaar van onder de indruk. Carel wil naar de markt, je hoort overal knallen, waarschijnlijk van voetzoekers. Er heerscht een spanning op straat, er zijn overal wat menschen al is het allang over sluitingstijd. Dan komt er een agent langs gereden: "Als goed Nederlander waarschuw ik U niet naar de stad te gaan maar in huis te blijven. Ik kom juist van Duitschers, het is gevaarlijk op straat, meer zeg ik niet". We besluiten naar Vader terug te gaan. Carl haalt nog een flesch champagne te voorschijn en neemt die onder zijn jas mee.

Thuisgekomen wil Vader het nog steeds niet gelooven, de radio heeft het nog niet herhaald. Er wordt weer gebeld: Mijnheer Berkhout en Annetje komen gelukwenschen. Ik kom op de trap Henny tegen, die eerst bij de buren was. Ze wil de stad ook in, ik waarschuw haar maar ze doet het toch. Carel en ik halen champagneglazen en een champagnefles uit de kelder en terwijl we naar boven loopen, even over tienen, hooren we het Wilhelmus zingen: "Vader heeft het door de radio gehoord en is nu overtuigd". O Vader je blijft jezelf toch altijd getrouw, ik heb er zoo'n plezier om. Nu klinken we met ons allen op de herwonnen vrijheid, op ons Vaderland, op onze Koningin. Het is een plechtig oogenblik. Henny is er ondertusschen ook bij gekomen. Ze was met haar troepje in de Oosterhoutlaan door Duitschers aangehouden. Ze moesten allen mee naar 't Hoofdkwartier, maar Henny die achteraan liep wist de achterste soldaat te bewegen bij een hoek van de straat haar te laten weg slippen. Ze was dus bij ons toen we 't plechtige oogenblik beleefden van de eerst dronk op ons Vrije Vaderland en onze dierbare Koningin. Ik behoef niet nader te beschrijven, dat er geen gebrek was aan stof tot conversatie. Henny en ik warmen worstjes op uit een blik en presenteeren het met Zweedsch gesmeerd wittebrood. Dit wekt echter alleen de eetlust op en Henny besluit iets lekkers klaar te maken. Ze gaat naar beneden en komt twintig minuten later boven met twee groote schotels: in 't midden kalkoen, drie soorten weckflessen er om heen, en zalige slasauce er over met geraspte kaas. Het is zoo feestelijk en we zijn zoo opgewonden. 't Is ook werkeliik niet te bevatten. Als een vrij man zal Jaap morgen uit mogen. Precies drie jaar is hij ondergedoken geweest. Je had het eens van te voren moeten weten!! Doodmoe van emotie en opwinding gaan we naar bed en slapen als rozen.

"4 mei 1945". Een datum die we niet zullen vergeten. De koningin en prinses zijn in Breda. 200 voedselauto's rijden van Arnhem naar Utrecht. Wat een gekke toestand!


Zaterdag 5 mei


Vader heeft de wekker gezet op halfzes en we staan direct op. Het weer is matig, maar van binnen kan de zon niet feller schijnen. Ik ruim de kamer boven op waar een beestebende is, Henny verzorgt het ontbijt en om 7 uur zitten we allen aan tafel. Carel wil vroeg weg om bijtijds in A'dam te zijn, Vader wil vroeg naar Mijnheer Wesstra om met hem naar 't stadhuis te gaan. Er is dringend verzocht om niet vóór 8 uur de vlag uit te steken, daar pas om 8 uur de capitulatie zou ingaan. Maar Carel wil weg en wil er bij zijn wanneer de vlag gehesen wordt en zoo is dit plechtig oogenblik om halfacht. We staan allen om de vlag geschaard en Carel hijscht onze mooie driekleur met oranje wimpel. 't Is een plechtig oogenblik. Vader en Carel vertrekken daarna en Ciska en ik staan bij 't hekje om onze mannen uitgeleide te doen. We blijven nog wat in de tuin. Er is nog geen vlag te bekennen. Telkens rijden er Duitschers voorbij. Er komt iemand langs, die ons waarschuwt nog geen vlag uit te steken en hoe meer ik er over nadenk hoe meer ik voel dat we 't voorbeeld aan anderen geven en dat het niet is verantwoord. Er komen zelfs enkele buren vragen of 't heusch mag om de driekleur te laten wapperen. Er is zoo met klem en nadruk de laatste dagen door de radio gezegd: geen uiterlijk vertoon dan voordat de bezettingstroepen bezit van de stad hebben genomen. Om halfnegen krijg ik 't er zoo benauwd van, dat anderen door ons voorbeeld misschien in moeilijkheden zouden komen, dat ik, hoe vreeselijk ook, de vlag weer inhaal.

Vader komt tegen 9 uur weer thuis. Er is geen kwestie van naar 't stadhuis gaan: Van Driel zit er nog en gaat niet weg voor hij 't bestuur heeft kunnen over dragen.. Dit is in ieder geval geen houding van een lafaard. We loopen allen met groote oranje bloemen of strikken, op tafel een mooi bouquet van oranje muurbloemen met vergeetmijnietjes en een oranje looper, dwars over tafel heen. 't Ziet er zoo feestelijk uit. Wat ben ik dankbaar, dat het huis weer heelemaal op orde is, Henny heeft een vooruitziende blik gehad! Al héél gauw stroomt het nu van bezoekers. Van Wijnbergen zal op de fiets 't Zuiden van de provincie rondgaan om brieven aan verschillende burgemeesters af te geven. Z'n fiets moet echter eerst in goede toestand worden gebracht. Ik ben daarom al om half negen naar Polderman gegaan, maar hij was uit. Ik wachtte een kwartier, reed daarna over de Groote Markt, de Houtstraat door. Zoo hier en daar zie je een vlag, de menschen schromen nog. Er wordt echter al wel veel oranje gedragen. Er heerscht in de stad wel een heel bijzondere sfeer. Overal zie je nog Duitschers gewapend loopen. Oppassen is de boodschap. Polderman is nog niet thuis.

Ik ga weer naar huis en tref er Mijnheer Jansonius. In Hoofddorp is er groote misere. Eigenlijk op veel plaatsen erkennen de Duitschers de capitulatie niet en in Hoofddorp is er weer geschoten op een auto versierd met oranje en er zijn verschillende gijzelaars gepakt, waaronder de zoon van Jansonius. De commandant van Hoofddorp, een jongen van ± 21 jaar had uitgeroepen: "Was, Frieden! Jetzt fängt der Krieg erst an!". Wat moeten we nog voorzichtig zijn! Mijnheer Wesstra komt ook. Hij is zoo zwaar op de hand, je zou er kriebelig van worden. Hij is toch niet in de allereerste plaats een man voor de nieuwe tijd, hij is te vasthoudend. Ik ga er weer op uit voor Polderman, de zaak is nog dicht maar ik fiets nog eens over de Groote Markt en door de Houtstraat. Er zijn oneindig veel meer vlaggen, veel meer menschen, veel meer Oranje. Overal zie je de menschen bezig de vlaggen uit te steken. Van de openbare gebouwen is 't nog niet gebeurd. Wij zullen dus ook nog wachten. Bij een duizendste toeval kom ik op de fiets Polderman tegen. Hij heeft vrij vandaag maar als ik hem uitleg waar 't om gaat, is hij direct bereid ons te helpen. Aardige man! Om 11 uur is de fiets klaar en Van Wijnbergen vertrekt met Jansonius die hem in Hoofddorp eten zal geven. Ik ben benieuwd hoe deze tocht zal verloopen. De brieven voor de burgemeesters boven het IJ zijn gisteren met een auto meegegeven en zullen door de B.S. verder worden verzorgd.

Nu is Mijnheer Fernhout, burgemeester van Bussum bij Vader. Een zeer moeilijk en pijnlijk gesprek, daar hij niet terug komt als burgemeester, om gezondheidsredenen, maar zijn houding is ook héél slap geweest deze afgeloopen jaren. Arme man, hij heeft zooveel huiselijk leed. Zijn vrouw al jarenlang ziek, zijn zoon helaas N.S.B.-er is gesneuveld aan 't oostfront. Voor Vader een afschuwelijk gesprek. Dan komt de heer Stufkens, ik haal Vader van beneden, neem Mijnheer Fernhout mee naar boven waar ik hen twee koppen dikke bouillon geef. Hij ziet er zoo ongelukkig uit, maar ik kan hem in de gegeven omstandigheden niet vragen te blijven dejeuneeren.

Daarna stroomt het nog van menschen o.a. de Thönes, de Halbertsma's, Mijnheer Briët, Fonteyns, Swensen, Iens. Thekla komt met Willem de Clercq en Frank Posthumus Meijes. Het is druk, druk, druk en iedereen even opgewonden. Wanneer we aan de koffietafel zitten wordt er gebeld en is Tencking, commissaris van politie er. Hij mag ook niet terugkomen, afschuwelijk. 't Is speciaal uit Engeland geseind, waarom dat weet niemand. 't Is een ellendig bezoek voor Vader, maar er zullen wel meer moeilijke dingen komen, daar ben ik van overtuigd. 't Bezoek duurt niet lang. Hij wist z'n ontslag nog niet, aan den eenen kant gelukkig. Vader kon 't hem mededeelen met veel takt. Hij nam het zoo moedig op. Arme man, drie jaar ondergedoken, 't allerellendigst gehad, z'n vrouw absoluut verstijfd van de rheumatiek, zooveel erger geworden door de slechte huisvesting van deze laatste jaren. Nee, 't is gewoon afschuwelijk.

Om twee uur gaan Jaap en ik samen weer voor 't eerst de straat op bij daglicht. Dat is ook alweer een emotie op zichzelf. Jaap pakt me zoo gezellig onder de arm en trots als een pauw wandel ik met hem langs de hertekamp, waar de eerste wandelaar ons staande houdt, een oud-concierge van de griffie, die dadelijk vraagt of hij weer in dienst kan komen. Op de Dreef zien we bij 't huis van de Halbertsma's weer veel gewapende Duitschers die bij de Halbertsma's drukte maken en eischen dat het oranje weer van de stoep gehaald moet worden.

't Geeft een onbehagelijk gevoel al die gewapende Duitschers op de fiets om ons heen. We loopen ook over de Wagenweg, ook daar veel gewapende Duitschers die echt door de menigte fietsen met opzet. De stad is nu één vlaggentooi. Iedereen loopt met oranje. De Houtstraat is ongelooflijk vol. De etalages vol met portretten van 't Koninklijk Huis en met oranje. 't Is bepaald zoo'n onwezenlijk gevoel, 't is niet te gelooven, voortdurend denk je dat 't niet mag en de gewapende Duitschers loopen door de menigte. De Markt is eenvoudig niet te benaderen. We bereiken die buiten de Bavo om; ik wil er niet te lang blijven. Stel je voor dat men Jaap in de gaten krijgt en ze om hem heen gaan dansen of zoo iets dergelijks. We loopen dus door de Kleine Houtstraat terug, koopen bloemen, mooie oranje bloemen en gaan naar de Dreef waar nog zoo kort geleden de 17 jonge mannen zijn gefusilleerd voor een bunker. Daar is nu een prachtige bloemenhulde gebracht door de burgerij, die op bijzonder mooie wijze zijn geschikt. We moeten lang in de file staan; deze file wordt geregeld door een burger - een padvinder - , een marechaussee en een gewapende Duitscher. Het is ontzettend aangrijpend om langs die plek te loopen. Wij kunnen nu juichen, het is voor ons allemaal even mooi: Jaap in een mooie funetie, waar hij zijn volle kracht kan ontplooien om te helpen het Vaderland weer op te bouwen, Carel getrouwd en zoo gelukkig, Ciska bij ons thuis, wachtende op de blijde gebeurtenis, ons het eerste kleinkindje te geven. Cathrien getrouwd en zoo gelukkig, zoo stralend. Henri en Ciska zoo helemaal opgenomen in ons gezin, nog genoeg te eten, ja, alles even mooi nu met de bevrijding, maar je voelt de schrijnende tegenstelling met al het leed rondom ons en dat komt als een golf over me heen wanneer ik langs deze plek loop en mijn bloemen leg bij de vele vele anderen.

Wanneer we thuiskomen heeft Ciska een kopje thee voor ons en ga ik lekker op de bank liggen. Ik ben doodmoe. Zoowel geestelijk als lichamelijk. Ik lig echter nog geen 5 minuten of daar komt Joop Bierens de Haan om ons geluk te wensen. Met hem heb je altijd een aardig gesprek. We luisteren nog naar de radio. Er schijnt nog steeds iets te haperen. In Wageningen is men bijeen maar Blaskowitz erkent nog niet de capitulatie. Na tafel komt Peereboom weer, hij blijft zoo lang en we zijn zoo moe. Om 9 uur liggen we op een oor. Wat een emotievolle dag! Er is nog geen kwestie geweest van bestuur overname. Van Driel zit op 't stadhuis en zegt niet eerder weg te gaan dan tot zijn opvolger komt en de griffier op de griffie gaat eerst weg wanneer hij er met de kolf van 't geweer wordt uitgedreven. Zoo eindigt deze dag, onze 29ste trouwdag !!


Zondag 6 mei


Jaap en ik gaan 's morgens naar de kerk, de Nieuwe Kerk. Ook dit is weer zoo' n emotie. Ik heb nog steeds het gevoel dat we dingen doen die niet mogen. Ik had verwacht de kerk overvol te vinden maar dat is niet het geval. Jammer. Iedereen trekt echter naar de Bavo waar Ds v.d. Waal preekt. Ik was er graag naar toe gegaan, maar we zouden daar moeten zitten in de officieele bank en dat willen we nog niet. Toch is gelukkig de preek van Ds Beker heel goed, vooral Jaap is er zeer over voldaan. Na de kerk spreken we Josien en Ernst, erg aardig en prettig. Eenig dat Josien hier juist was en al deze emoties met Ernst heeft kunnen beleven. Ciska en ik maken een heerlijke macaronischotel met spek voor de lunch ter eere van de bevrijding. 't Is moorddadig lekker. We maken na de lunch de kamer keurig in orde voor de 1ste vergadering van Gedeputeerden. Veel oranje, veel bloemen, de tusschendeuren open. Ik geniet van de salon die weer in orde is. Wat een bof, hoe zou ik anders iedereen kunnen ontvangen. Lout van Styrum komt nog even aan, daarna Ré en Netty Fonteyn en om halfdrie is de vergadering aan de gang. Ik ga dan met Ciska naar de stad. 't Is zoo leuk wanneer ze ook wat meemaakt van alle feestvreugde. We gaan naar Brinkman om te vragen of we boven bij hem de intocht der Canadezen mogen zien. We rusten er heerlijk uit, drinken een glaasje port en loopen langs de Dreef weer naar huis, zoodat Ciska ook het bloemenmonument voor de slachtoffers heeft kunnen zien.

Vanmiddag om 10 min. voor drie is in Hilversum de capitulatie onderteekend. Nu is het dus definitief en zullen de Duitschers wel heel snel wegtrekken en ontwapend worden. Je ergert je ook gewoon dood aan hun houding. Ze loopen, fietsen, rijden in auto's door de stad, nog met een air, je krijgt er wat van. Wat is 't een arrogant volk. Toch heb ik ook al eens een troep ontwapende Duitschers zien sloffen, uitgeput voor zich starend, bewaakt en gevolgd door gewapende Duitschers, dat was erbarmelijk om aan te zien. Men zei dat deze troep gefusilleerd zou worden, omdat ze zich hadden willen overgeven.

Thuiskomende met Ciska wacht Anneke ons op. Ze is uitgelaten en stralend. Eenig haar even thuis te hebben en samen even te jubelen over de vrede. Ze moest voor haar werk hier zijn, wat een bof, anders zou ze nooit vrij hebben gekregen. Ik vrees dat ze overmoe is. Er waait ook een storm waar ze recht tegenin heeft moeten trappen. We eten laat en na 't eten verdwijnt Ank weer. We laten haar samen uit en zeggen nog: "Wat ben jij er altijd mooi tusschen door geslipt, met al het vorderen van de fietsen. Nu hoef je er niet meer bang voor te zijn." (We hooren de volgende dag van Carel dat Ank even voorbij Halfweg is tegengehouden door een gewapende mof, die haar een pistool voor de borst hield en de fiets vorderde. Arme Ank, wat afschuwelijk!). 's Middags komt Henny nog even thuis met Hansje. Ze heeft Hansje zoo'n prachtige sjerp omgedaan en Hans is heelemaal beduusd van alle vlaggen en drukte op straat. Hij heeft ook nog nooit een feest meegemaakt. 't Is zoo'n schattig kereltje. Henny is altijd even zorgzaam voor 't kind, wat heeft ze er veel voor over. Nooit is er haar iets te veel. Och wat zou ik Henny graag gelukkig getrouwd zien. Ik zie haar toekomst zoo donker in, ze heeft zoo bepaald een totaal verkeerde keuze gedaan. Wat moet ze zich eenzaam voelen en ze verlangt zoo naar huis. Vooreerst zal daar geen kans op zijn.

Om 5 uur is Van Wijnbergen van zijn tocht teruggekomen. Hij heeft de mooiste verhalen van zijn tocht en vertelde het alleraardigst. In het eene dorp werd de burgemeester ingehaald met een landauer, hooge hoeden, oranje en geweldige toespraken, zoodat hij tijden moest wachten alvorens de burgemeester de boodschap over te kunnen brengen; een paar kilometer verder (hij was vanaf Hoofddorp per motorfiets) zit hij midden in een vuurlinie van Duitschers en binnenlandsche strijdkrachten. Ze moeten geweldig omrijden, daar de kogels hen om de ooren vlogen, komen dan weer in een dorp waar de burgemeester niet thuis is, daar hij bezig is melk te halen! 't Is wel een meest onwaarschijnlijke toestand hier in 't land. Je begrijpt niets van de houding der Duitschers, noch van die van de Canadezen.

Na tafel komt Reynalda met Mevrouw ons een bezoek brengen. Hij durfde pas nu op straat te komen, nadat de radio de onderteekening in Hilversum had bekend gemaakt! Hij is een flinke aardige man, maar is wat te amicaal, dat is jammer. Ik hoop dat hij een waardige houding zal houden. Ik ben weer echt moe wanneer ik naar bed ga.


Maandag 7 mei


Vandaag worden de Canadezen verwacht en we zullen door Reynalda worden gewaarschuwd en gehaald met een auto. lk ga toch nog maar rustig naar Mendlik. In Aerdenhout staan de Duitschers nog gewapend op wacht en loopen ze langs de Zandvoorterweg. Zelfs passeert me nog een troepje zingende moffen. 't Is gewoon bespottelijk. En dat alles tusschen onze vlaggen en oranje. De proclamaties hangen nu in de stad, ook die van Jaap.

's Middags ga ik voor de zooveelste maal naar Franken voor brood. Dat is nu werkelijk de grootste misère. Je krijgt niets meer. Bij De Jong haal ik 't eerste pakje van de Engelschen n.l. chocolaadjes en uitstekende melkpoeder..

's Middags brengt Hetty Meynsen nu het pakje sluitlakens voor Ciska, een alleraardigst bezoekje. Bakker is gearresteerd op de griffie, Rijpma komt hier aIle papieren van hem brengen en de inhoud van zijn zakken en portefeuille. Wat is dat een vreemde gewaarwording dit hier alles op tafel te zien liggen.
Er zitten nog overheerlijke boterhammen in z'n portefeuille die Vader en Ciska opeten!! 't Is hier een va et vient nu van politie! Tegen 5 uur gaat Jaap per auto naar Reynalda en een B.S.er op de treeplank naar de griffier. Er zijn daar op dat oogenblik maar weinig menschen, 't is ook te laat. Maar 't is dan toch Jaap's eerste entree in 't Gouvernementsgebouw.

Na 't eten ga ik met Jaap naar Mendlik om 't schilderij te bekijken. Jaap is er ook zeer verrukt van en ik geloof zeker dat het een succes zal worden. Ik heb 't gevoel dat mijn wezen er al zoo in ligt. Echt prettig. Ciska is per fiets met ons meeegegaan om de B.d.H's te bedanken voor 't cadeau voor de baby. Ze komt ons weer halen bij Mendlik en is ook erg verrukt over 't schilderij. Vader en ik op de tandem weer terug. Allergriezeligst. Dat doe ik nooit weer, we hadden bijna een ongeluk.

Thuiskomende wachten Cathrien en Carel ons op. Cathrien vertelt nu van alles 't geen Henri heeft gedaan. Wat is dat ongeloofelijk dat ik dat nooit heb geweten, zelfs niet in de verste verten heb bedacht. lk vind het heerlijk te hooren dat ook hij z'n steentje heeft bijgedragen. Wanneer hij zelf overkomt, zal hij alles uitvoerig vertellen. Carel is zeer teleurgesteld. Zijn heele organisatie is opgenomen in de B.S., die zelf niets in orde hadden en de leidende menschen van hun organisatie aan de kant hebben gezet. 't Is fnuikend! Hebben ze daarvoor zoveel geriskeerd en zooveel werk gedaan, dat nu anderen alles overnemen en alles klaar vinden, die zelf niets presteerden? Ik heb echt met hem te doen. Hij is doodmoe, heeft barstende hoofdpijn en is doodgelukkig bij z'n Ciska te zijn.

Heerlijk is 't om Cathrien zoo stralend te zien. Iedereen praat door elkaar, doodvermoeiend. Ik slaap dan ook onmiddellijk in na eerst nog een heerlijk soupertje dat Henny in allerijl heeft klaargemaakt: pannekoeken met vruchten en een kop chocolade met gecondenseerde melk! Henny is gewoon een engel, wat een zorg en met wat een liefde doet ze alles. De Canadezen zijn nog niet gekomen!


Dinsdag 8 mei


Ik begin weer te trachten brood te krijgen, echter zonder eenig succes. Dat is wel héél lastig met al die gasten in huis. Dan ga ik door naar Mendlik. Ik kan niet anders zeggen dan dat het in deze dagen wel eens bezwaarlijk is; maar vanmorgen wil ik er met Cathrien heen om 't haar te laten zien. Ook zij is enthousiast en Mendlik vindt het prettig het oordeel te hooren van mijn man en kinderen. Wanneer we terugrijden staan er nog steeds gewapende Duitsche soldaten op wacht, maar nu zien we opeens Canadeesche wagens volgeladen met jonge meisjes, jongens, een is er bij geheel gevuld met verpleegsters. Wat een emotie weer. De menschen joelen en juichen aan de kant van de weg. 't Is een eindelooze stoet van groene auto's, alle met een groote witte ster. Wanneer we thuiskomen zijn er twee mannen om de telefoon te plaatsen. Dat is ook iets heel bijzonders. We krijgen een ouderwets toestel, draaien met een belletje. Voor de moderne toestellen is geen electr. stroom genoeg. Maar dit gaat heusch. We zullen er nog wel niet zóóveel aan hebben, want er is haast niemand aangesloten.

Cathrien en ik gaan op de fiets naar de griffie, Ciska en Henny te voet naar Brinkman. Bij de griffie zien we op 't Houtplein voortdurend Canadeeesche auto's rijden, steeds gevuld met juichende jonge menschen. De bodes worden er zenuwachtig van, ze willen er ook heen, net als wij, maar Vader is nog aan 't confereeren. Cathrien en ik gaan naar boven, moeten wachten, gaan weer naar beneden, Vader komt niet! Ik word er ook zenuwachtig van. We móeten toch bij de officieele intocht zijn. Eindelijk komt Vader er aan tot groote blijdschap van de bodes en van ons.

We hadden ondertusschen gehoord dat de vorige dag twee mannen aan de kaak waren gesteld op de markt, gewoon aan de schandpaal zooals twee eeuwen terug, omdat ze pakken hadden gestolen die waren neergegooid door de Engelschen en de inhoud in de zwarte handel hadden gebracht. Ik kan er geen medelijden mee hebben. 't Is echt een volksgericht. Een joelende menigte stond er om heen en de politie moest alles in 't werk stellen opdat de twee mannen niet worden gelyncht.

Maar dat was gisteren, volgens de verhalen. Vandaag is het een juichende menigte in een vlaggende stad. De Canadezen worden met bloemen getooid. Je ziet er op motorfietsen met twee, drie meisjes achterop, alles onder de bloemen. Vanaf Brinkman, waar we bijzonder mooi kunnen zien in de Houtstraat en over de Markt, is het haast onwezenlijk. De vlaggen hangen nu eindelijk van de toren en van 't stadhuis. 't Is een stralende zonnige dag.


B ij l a g e

J.W. (Jaap) de Vos van Steenwijk mijn schoonvader, tot de 2e wereldoorlog burgemeester van Haarlem
Ds Beker zijn vrouw Josien van Roijen is de dochter van de broer van mijn schoonmoeder
Brinkman(n) bekend cafe-restaurant op de Groote Markt
Ds van Dijk N.H.predikant te Bloemendaal
Leyduin buitenplaats van de familie Dorhout Mees te Aerdenhout
Oscar Mendlik van oorsprong Hongaarse kunstschilder, bekend om zijn zeestukken en portretten, groot kenner van Goethe's Faust.
Robert Peereboom hoofdredacteur van Haarlems Dagblad
Pol concierge van de Hollandsche Maatschappij van Wetenschappen aan het Spaarne
Guusje van
Reenen-Jurriaans
gescheiden echtgenote van mr H van Reenen, burgemeester van Bergen (N.H.),
schoonouders van mijn broer ir J.J.M. Taudin Chabot
M.A. Reinalda eerste na-oorlogse burgemeester van Haarlem
Mevr Roozen maakte japonnen voor mijn schoonmoeder
Stufkens griffier van Provinciale Staten van Noord-Holland
Iens Swens vriendin van Cathrien, physiotherapeute, woonde ook korte tijd in Linnaeuslaan 12, trouwde later Ad Brantsma
C.J.A. den Tex burgemeester van Bloemendaal
Th.A. Wesstra gemeentesecretaris van Haarlem, in 1945 ontslagen
Syward Baron
van Wijnbergen
eerste chef-kabinet van de nieuwe Commissaris van de Koningin in Noord-Holland


Bron: Bibliotheek Noord-Hollands Archief, catalogus nr 44-002175 M