Haarlem in oorlogstijd

Hoe krijg je een groep kinderen, zittend op een houten vloer, een uur lang stil?

Door ze te laten luisteren naar echt gebeurde verhalen, verteld door mensen die daarbij zelf een belangrijke rol hebben gespeeld.

acht uur

Op woensdagmorgen 21 april 2004 gingen de twee zesde groepen van de Bos- en Vaartschool voor de vierde keer op pad om op een alternatieve manier kennis te nemen van een periode uit de Haarlemse geschiedenis. Dit keer ging het over de Duitse bezetting van ons land en vooral over het verzet daartegen in de jaren 1940-1945.

buskruit

Drie verzetstrijders, de heer Breeman, mevrouw Dekker en later ook de heer Cohen vertelden over hun spannende, maar gevaarlijke werk, waarmee ze probeerden de Duitsers zo veel mogelijk dwars te zitten. Het maken van valse persoonsbewijzen en voedselbonnen, het typen en stencilen en verspreiden van illegale blaadjes, het helpen van onderduikers en Joodse mensen en het plegen van aanslagen op bruggen, spoorwegen en soms op foute landgenoten.

vuurgevecht

De kinderen hadden veel vragen voor de drie sprekers en ze namen af en toe het verhaal over door te vertellen dat hun opa ook een roerige oorlogstijd had meegemaakt. Zo was er een opa uit een rijdende trein gesprongen omdat hij niet in Duitsland wilde gaan werken. De kinderen hadden zich goed op hun bezoek voorbereid. Het uur was om voordat ze het wisten.

Na de limonade en de cake brachten de kinderen een bezoek aan het Corrie ten Boomhuis in de Barteljorisstraat, waar sinds 1837 een klokkenwinkel is gevestigd. In deze winkel tikte ook een sociaal bewogen hart. De familie ten Boom, vader Casper en zijn dochters Betsie en Corrie, boden met gevaar voor eigen leven hulp aan mensen die in nood verkeerden. De Béjé, zoals het huis werd genoemd, werd centrum van ondergrondse activiteiten.

Weg met de nazi's

De kinderen kregen eerst, in de huiskamer, het levensverhaal van Corrie ten Boom en haar familie te horen. Hoe zij door verraad werden gearresteerd en weggevoerd naar de gevangenis.

Casper, zijn dochter Betsie en ook zijn beide zoons Willem en Christiaan overleefden hun gevangenschap niet. Corrie keerde na de oorlog terug uit  het concentratiekamp Ravensbrück en had nog een zeer actief leven, eerst in Nederland en daarna over de hele wereld.

In de slaapkamer, waar het bed van Corrie stond, was een schuilplaats gemaakt, waar onderduikers zich konden verstoppen als er gevaar dreigde. Tijdens de overval stonden er zes mensen, vier Joden en twee verzetsstrijders, twee en een halve dag in deze kleine ruimte, voor ze bevrijd werden door twee goede politiemensen. Na de oorlog is het huis ingericht als museum. Corrie ten Boom: de kast

Er is ook een film gemaakt "De Schuilplaats" (The hiding place), waardoor de familie Ten Boom wereldwijd bekend is geworden. Het museum krijgt dagelijks bezoek uit de hele wereld, maar het zijn vooral de Amerikanen die de weg naar de Barteljorisstraat weten te vinden. Toen de kinderen het pand verlieten stond er alweer een groep Amerikaanse bezoekers klaar.

bedankt

 


Bron: Bos en Vaartschool Haarlem (2004).
Overgenomen van Jonge Muggen, jeugdwerkgroep Historische Vereniging Haerlem.
Afbeeldingen copyright Historische Vereniging Haerlem.